Quiz Hart en bloedvaten

Quizzz!!!!!
Hart en vaatstelsel
Herhaling van afgelopen weken
Lessonup
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Quizzz!!!!!
Hart en vaatstelsel
Herhaling van afgelopen weken
Lessonup

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Samenvatting
Kransslagaders
Aorta
Kransaders

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 6 - Quiz


A
Links is systole, rechts is diastole
B
Links is diastole, rechts is systole

Slide 7 - Quiz



1 en 2

A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader

Slide 8 - Quiz


Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 9 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 10 - Quiz


Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 11 - Quiz


De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken
A
ja
B
nee
C
nee, ze staan altijd open
D
nee ze zijn nooit open

Slide 12 - Quiz


De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz


3 en 4
A
3: onderste holle aders 4: longaders
B
3: bovenste holle aders 4: longslagaders
C
3: onderste holle aders 4: longslagaders
D
3: bovenste holle aders 4: longaders

Slide 14 - Quiz


5 en 6
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders

Slide 15 - Quiz


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 17 - Quiz


Het hart pompt zuurstofrijk bloed
in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 18 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 19 - Question de remorquage

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 20 - Quiz

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 21 - Quiz

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 22 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
aorta
linker
boezem
rechter
boezem
tussen
schot

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 24 - Quiz

De hartkleppen zorgen
ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 25 - Quiz

Wat voor soort kleppen zitten er op de plaats bij nummer 9?
A
Vetkleppen
B
Halvemaanvormige kleppen
C
Hartkleppen
D
klepperende harten

Slide 26 - Quiz

hartkleppen tussen linker-boezem en kamer
hartkleppen tussen de rechter-boezem en kamer
halvemaanvormige kleppen
naar longslagader
halvemaanvormigekleppen
naar de aorta

Slide 27 - Question de remorquage


Welke stelling is NIET goed?
A
Je longader is zuurstofrijk en je longslagader is zuurstofarm
B
De linkerkamer pompt bloed in je aorta
C
De onderste en bovenste holle ader komen uit in de linkerkamer
D
De halvemaanvormige kleppen en je hartkleppen zorgen ervoor dat je bloed niet terugstroomt

Slide 28 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
bovenste
holle
ader
long
ader
long
slagader
linker
kamer

Slide 29 - Question de remorquage

Bij welke bloedsomloop
horen de armslagaders?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en de grote bloedsomloop
D
Die behoren niet tot de bloedsomloop

Slide 30 - Quiz


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 31 - Quiz

Kijk naar het hart.
Welk harthelft
is rood gekleurd?
A
linkerhelft
B
rechterhelft

Slide 32 - Quiz

In de afbeelding zie je het hart. Welk nummer is de rechter hartkamer?
A
1
B
2
C
10
D
9

Slide 33 - Quiz

het rondje hart - longen - hart hoort bij
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 34 - Quiz

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 35 - Quiz

Haarvaten
Slagaders
Aders
Hebben een stevige wand.
Hierdoor stroomt het bloed altijd naar het hart toe.
Hierdoor stroomt het bloed altijd van het hart af.
Heeft kleppen
Heeft een wand van 1 cellaag dik en er kunnen stoffen door naar buiten en naar binnen
Hier worden afvalstoffen in het bloed opgenomen
Zuurstof afgeven aan cellen 

Slide 36 - Question de remorquage

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 37 - Quiz

Benoem de 4 holtes van het hart

Slide 38 - Question ouverte

Eén helft van het hart is zuurstofarm, de andere helft is zuurstofrijk.

A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz