Thema 7 Wereldhandel

Thema 7: Wereldhandel 
Je kunt:
uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie.
beschrijven hoe de Republiek werd bestuurd.
factoren noemen die ervoor zorgden dat de economie in de Republiek opleefde.
uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland.
uitleggen wanneer integratie van migranten makkelijker verloopt.
redenen noemen waarom de VOC werd opgericht.
vertellen waarop de VOC een monopolie had.



1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 7: Wereldhandel 
Je kunt:
uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie.
beschrijven hoe de Republiek werd bestuurd.
factoren noemen die ervoor zorgden dat de economie in de Republiek opleefde.
uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland.
uitleggen wanneer integratie van migranten makkelijker verloopt.
redenen noemen waarom de VOC werd opgericht.
vertellen waarop de VOC een monopolie had.



Slide 1 - Diapositive

Thema 1:Peper en nootmuskaat
Nederland werd in de 16e eeuw de Republiek genoemd 

De haven van Antwerpen valt in handen van de Spanjaarden en veel kooplieden trokken richting Amsterdam.  Amsterdam groeit uit tot een Wereldstad.

Producten die Nederlanders wereldwijd kochten werden opgeslagen in Amsterdam en weer doorvekocht.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Peperduur
Peperduur
Leg deze titel uit!

Slide 4 - Diapositive

Ontdekkingsreizigers vonden in 1498 een route over zee naar Azië
Arabische kooplieden vervoeren specerijen over de zijderoute naar Europa

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Indië leverde Nederland geld op.....VEEL GELD
Aandeel: Bewijs dat je mede-eigenaar bent van een bedrijf
Monopolist: Alleenrecht 

Slide 7 - Diapositive

Indonesie: Tropisch regenwoudklimaat

Slide 8 - Diapositive

Koffie en Suiker 
Begrippen
Cultuurstelsel: het systeem dat de Nederlandse regering in 1830 op Java invoerde. Boeren moesten een vijfde deel van hun grond gebruiken om verplichte gewassen te verbouwen.
Delfstof: een stof die uit de grond wordt gehaald om er iets anders van te maken


Slide 9 - Diapositive


Kolonie: Een gebied dat het bezit was van een ander land.


Suezkanaal: schepen konden sneller naar Azië varen, kortere weg dan helemaal om Afrika heen.

Delfstof: een stof die uit de grond wordt gehaald om er iets anders van te maken
Industrialisatie: De verandering van de manier waarop producten gemaakt werden, van handmatige productie naar productie met machines in fabrieken

Slide 10 - Diapositive

Belangrijke jaartallen
1799 VOC failliet
1830 Invoering cultuurstelsel
1869 Opening Suezkanaal
1870 Afschaffing cultuurstelsel
1949 Indonesië onafhankelijk, de zelfstandige republiek Indonesië

Slide 11 - Diapositive

Europa de baas


Fabrieken gaan veel producten produceren, vanuit Europa

worden er echter niet genoeg producten gekocht...






Men gaat op zoek naar nieuwe afzet gebieden, zoals bijvoorbeeld Afrika: Modern Imperialisme

Slide 12 - Diapositive

Modern imperialisme
Europeanen veroverden zo veel mogelijk (Afrikaanse en Aziatische) gebieden buiten Europa, om een zo groot mogelijk rijk op te bouwen.
Engeland was lange tijd het machtigste land

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Les 3: De poort van Europa
Nederland heeft gunstige ligging aan zee en aan de monding van een grote rivier. 
 
In de haven van Rotterdam komen veel goederen aan uit lagelonenlanden. Rotterdam: doorvoerhaven

Achterland = het gebied dat goederen uit een haven ontvangt of via die haven uitvoert. 

Slide 18 - Diapositive

De poort van Europa
Rotterdam is naast doorvoerhaven ook:
  • Distributiehaven: containers worden na aankomst in de haven naar verschillende bestemmingen gebracht = distributie.
  • Industriehaven: omdat er veel fabrieken staan waar producten die per schip worden aangevoerd worden verwerkt. 

Slide 19 - Diapositive