2011 1e tijdvak opgave 7: wijkprofielen in Tilburg

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Examenopgave wijken in Tilburg

Strategie examenopgave maken

Introductie op vraag 1

Bestudeer de bronnen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

De bronnen 2 en 3 geven informatie over enkele woningkenmerken en bewonerskenmerken van een zestal wijken in de gemeente Tilburg. 

bron 1

Bron 2

bron 3

Welke woningkenmerken worden in de bron genoemd?

Welke bewonerskenmerken worden in de bron genoemd?

Buurtprofiel

omgevingskenmerken

De vraag: Welke relatie bestaat er tussen de economische waarde van de woningen en de leeftijdsopbouw in de zes wijken?

Strategie stap 1: Welke leeftijdsgroepen wonen in de duurste woningen/woningen met de hoogste economische waarde?

Wijk A en B hebben woningen met de hoogste waarde

In wijk A en B wonen vooral 50-plussers >37%

De vraag: Welke relatie bestaat er tussen de economische waarde van de woningen en de leeftijdsopbouw in de zes wijken?

Strategie stap 2: Welke leeftijdsgroepen wonen in de goedkoopste woningen?

Wijk C en D hebben woningen met de laagste waarde

In wijk C en D wonen vooral 20-39 jarigen

De vraag: Welke relatie bestaat er tussen de economische waarde van de woningen en de
leeftijdsopbouw in de zes wijken?

Introductie op vraag 2

Gebruik de bronnen 1 en 2.

De gemeente Tilburg heeft vanaf 1990 in wijk E een aantal woningen laten slopen en vervangen door nieuwbouw. 

Welk soort woningen (zie bron 2) is gesloopt?

Geef twee redenen waarom juist dat soort woningen is vervangen door nieuwbouw. 

bron 1

Bron 2

bron 3

Welktype woningen worden over het algemeen gesloopt?

In welke bouwperiode zijn deze woningen gebouwd?

Geef twee redenen waarom juist dat soort woningen is vervangen door nieuwbouw.

Bedenk eerst wat kenmerken zijn van portiekflats/galerijflats.

Introductie op vraag 3

Gebruik de bronnen 1, 2 en 3.

In wijk F bestaat een duidelijke relatie tussen bepaalde woningkenmerken en de gezinsfase waarin de bewoners in die wijk verkeren. Beredeneer deze relatie.

bron 1

Bron 2

bron 3

Wat zijn woningkenmerken

Beredeneer deze relatie.
Tussen woningkenmerken en de gezinsfase waarin de bewoners in die wijk verkeren.