toepassing sprookje en fabel

Volkssprookje, cultuursprookje of fabel?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Volkssprookje, cultuursprookje of fabel?

Slide 1 - Diapositive

Personages in een volkssprookje

Slide 2 - Carte mentale

Tijd en plaats in een volkssprookje

Slide 3 - Carte mentale

Doel van een volkssprookje

Slide 4 - Carte mentale

Overige kenmerken van een volkssprookje

Slide 5 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen een volkssprookje en een cultuursprookje?

Slide 6 - Question ouverte

Personages in een fabel

Slide 7 - Carte mentale

Tijd en plaats in een fabel

Slide 8 - Carte mentale

Doel van een fabel

Slide 9 - Carte mentale

Overige kenmerken

Slide 10 - Carte mentale

Toepassing: sprookje en fabel
Welke verhaalsoort herken je? 
Vul aan op de stippellijn en bewijs aan de hand van de tekst.
(= Pas de kenmerken toe op het verhaal.)

Slide 11 - Diapositive

Welk soort verhaal is het verhaal van de theepot?
A
een volkssprookje
B
een cultuursprookje
C
een fabel

Slide 12 - Quiz

PERSONAGES

Slide 13 - Question ouverte

TIJD EN PLAATS

Slide 14 - Question ouverte

DOEL

Slide 15 - Question ouverte

OVERIGE KENMERKEN

Slide 16 - Question ouverte

Welk soort verhaal is het verhaal van de duif en de mier?
A
een volkssprookje
B
een cultuursprookje
C
een fabel

Slide 17 - Quiz

PERSONAGES

Slide 18 - Question ouverte

TIJD EN RUIMTE

Slide 19 - Question ouverte

DOEL

Slide 20 - Question ouverte

OVERIGE KENMERKEN

Slide 21 - Question ouverte

Welk soort verhaal is het verhaal van de sterrendaalders?
A
een volkssprookje
B
een cultuursprookje
C
een fabel

Slide 22 - Quiz

PERSONAGES

Slide 23 - Question ouverte

TIJD EN PLAATS

Slide 24 - Question ouverte

DOEL

Slide 25 - Question ouverte

OVERIGE KENMERKEN

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive