Vraag 23 - Leefden ze altijd lang en gelukkig?

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hou/hield jij van sprookjes?
ja
nee

Slide 3 - Sondage

Wat is je favoriete sprookje?

Slide 4 - Carte mentale

Zijn sprookjes nog in?
ja
nee

Slide 5 - Sondage

Op welke manier zijn sprookjes nog in?

Slide 6 - Carte mentale

Films

Slide 7 - Diapositive

Reclame

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Reclame en mode

Slide 10 - Diapositive

Hoe komt het dat filmmakers, ontwerpers, reclamemakers, humoristen enz. steeds weer naar die klassieke sprookjes teruggrijpen?

Slide 11 - Carte mentale

OPDRACHT 2.2 (p. 268)
1. Deel van het collectieve geheugen = iedereen kent ze. Ze gaan over universele thema’s en gevoelens.

 
2. Sprookjes lenen zich uitstekend om een eigen verhaal te vertellen of om mensen te laten dromen.

Slide 12 - Diapositive

Wat heb je nodig voor een sprookje?
Denk hierover eens goed na...

Slide 13 - Diapositive

We schrijven een sprookje
Iemand dicteert de eerste zin.
Daarin moet je het hoofdpersonage vermelden en een actie
(beide naar keuze).
Daarna voegt iemand één zin toe.
Dit doen we tot iedereen aan de beurt is geweest.
De laatste personen zorgen voor een typisch einde.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de typische kenmerken van een sprookje?

Slide 16 - Carte mentale

Is Frozen een sprookje?
ja
nee

Slide 17 - Sondage

Slide 18 - Vidéo

Welke kenmerken vind je terug?

Slide 19 - Carte mentale

Is Frozen een sprookje?
Frozen voldoet niet aan alle kenmerken, maar is wel degelijk een sprookje.

Frozen is losjes gebaseerd op het sprookje De Sneeuwkoningin van de Deense schrijver Hans Christian Andersen.

Slide 20 - Diapositive

Beluister het sprookje van de Sneeuwkoningin.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Vul het groene kader aan 
wb. p.269

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Weet je iets over de oorsprong van sprookjes?

Slide 25 - Carte mentale

Opdracht 4 - Roodkapje
Welke gelijkenissen en verschillen zie je tussen de film en het sprookje zoals jij het kent?

Vul het kader (a) in nadat je de trailer hebt bekeken.

Vul ook vraag (c) in "Wat maakt de trailer duidelijk over de oorsprong van sprookjes?"

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Roodkapje is een volkssprookje.
De Sneeuwkoningin is een cultuursprookje.
Wat is het verschil?

Slide 28 - Question ouverte

Opdracht 6 (p. 271-275) - BZL
Oriënteren: puntje 2 p. 271
Het fragment stopt na 13 seconden.
Schrijf in potlood het antwoord bij de vragen (woordenweb).


Slide 29 - Diapositive

Opdracht 6
Luister naar het vervolg en maak notities (puntje 4)
Op p. 272 vind je de vragen van het interview. .
Te kennen woordenschat (puntje 5).

Klassikale verbetering.

Slide 30 - Diapositive

wb p. 275
Puntje 8: vul op basis van je notities het schema aan.


Klassikale verbetering.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Welke fabels ken je?

Slide 34 - Carte mentale

Vertellen de namen van sprookjesfiguren ook iets over hun karakter? (wb p. 277)

Slide 35 - Question ouverte

Hoe komt dat, denk je? (wb p.277)

Slide 36 - Question ouverte

Klassikale verbetering.

Slide 37 - Diapositive

Lees het vervolg op de fabel van de krekel en de mier.
Wat is de moraal van dit verhaal?

Slide 38 - Diapositive

Wat is de moraal?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Bekijk de animatiefilm For the birds en beantwoord de vragen.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Hoe gedragen de vogels zich?

Slide 43 - Question ouverte

Waarom is dit een moderne fabel?

Slide 44 - Question ouverte

Wat is volgens jou de moraal of levensles van deze fabel?

Slide 45 - Question ouverte

Slide 46 - Diapositive

Wat moet je  kennen en kunnen?
Je kent
de kenmerken van een sprookje, een fabel.
de overeenkomsten en verschillen tussen een volkssprookje/cultuursprookje/fabel.
enkele bekende sprookjesverzamelaars en -schrijvers.
de betekenis van de moeilijke woorden.
Je kunt
de oorsprong van sprookjes uitleggen.
verklaren waarom sprookjes blijven fascineren.
Je weet
dat sprookjes aanvankelijk niet voor kinderen bestemd waren.

Slide 47 - Diapositive