Herhaling G2A_Grammatica - Onderwerp, persoonsvorm, zinsdelen

GRAMMATICA ZINSDELEN
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA ZINSDELEN

Slide 1 - Diapositive

Welke zinsdelen zijn er allemaal?

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden (stap 1)
  • Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen (stap 2)
  • Ik kan het onderwerp van een zin vinden (stap 3)
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden (stap 4)

Slide 3 - Diapositive

Elke zin gaat ergens over. Vaak over iets dat er gebeurt of gebeurd is. En over iets/iemand die iets doet.

Slide 4 - Diapositive

De tweekoppige slang probeert water te drinken.
Social humanoid Sophia kijkt 

Slide 5 - Diapositive

Het hongerige hondje probeert de pizza te stelen.
De geniale student kan de ingewikkelde som berekenen.
Andere gebeurtenissen 

Slide 6 - Diapositive

De kern van de zin
Gezegde (inclusief persoonsvorm): Er  gebeurt iets of er 'is' iets  Onderwerp:  Iemand/iets doet of is dat 

De tweekoppige slang probeert (water) te drinken.
Het hongerige hondje probeert (pizza) te stelen.
De geniale student kan (de ingewikkelde wiskundesom) berekenen.


Bonusvraag
Welk zinsdeel is het deel tussenhaakjes?
Deze persoon/het ding/het dier ondergaat iets...

Wie/wat + wg + onderwerp (o)? 

Slide 7 - Diapositive

Stappenplan zinsontleden
Zinsdeel
Hoe vind je het?
1
Persoonsvorm (PV)
Vraagproef; tijdproef; getalsproef
2
Zinsdelen (stukjes zin)
Zinsdeelproef
3
Onderwerp (O)
Wie/wat + pv?
(doet iets)
4
Werkwoordelijk gezegde (WG)
Alle werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan: 1 t/m 4 (van 8)
1. Zoek de persoonsvorm (pv)
2. Verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek het onderwerp (ond)
4: Zoek het werkwoordelijk gezegde (wwg)

Slide 9 - Diapositive

De juf / heeft / de klas / een online les / gegeven. 
De juf heeft de klas een online les gegeven. 
De juf heeft de klas een online les gegeven
De juf heeft de klas een online les gegeven. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen

Slide 10 - Question de remorquage

De juf / heeft / de klas / een online les / gegeven. 
De juf heeft de klas een online les gegeven. 
De juf heeft de klas een online les gegeven
De juf heeft de klas een online les gegeven. 
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?:
Naar mijn weten laten leraren ons altijd veel te veel huiswerk maken.
A
mijn
B
weten
C
laten
D
maken

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zinsdelen bevat de zin?
De juf voetbalde zondag tegen AMVJ dames 1.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Bij de bakker om de hoek kunnen de scholieren heerlijk belegde broodjes kopen.
A
De bakker om de hoek
B
de scholieren
C
heerlijk belegde broodjes
D
belegde broodjes

Slide 14 - Quiz