Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Programma 30/11
Koolhydraten instructie
Herhaling eiwitsynthese (video)
Instructie aminozuren
Instructie eiwitten -> peptidebindingen
afsluiting
Huiswerk: vraag 5 t/m 8 blz 106 bioboek +
voorbereiden LE04-B-01
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
disachariden
Tweevoudige suikers (C12H22O11)
Ontstaan door verbinding van twee monosachariden d.m.v. polymerisatie => glycosidische binding -> - C – O – C – (kenmerkende verbinding)
Slide 3 - Diapositive
3 disachariden,
Maltose (moutsuiker)
ontstaat bij afbraak van zetmeel. Glucose + glucose Lactose (melksuiker) Komt voor in melk van zoogdieren glucose + galactose Sacharose (sucrose) De suiker uit de suikerpot. glucose + fructose
Slide 4 - Diapositive
Polysachariden
Meervoudige suikers => lange ketens monosachariden.
Voorbeelden:
Zetmeel (plantaardig) => opslag
Glycogeen (dierlijk) => reserve brandstof bij dieren
Cellulose => stevigheid
Polysachariden
Meervoudige suikers => lange ketens monosachariden.
Voorbeelden:
Zetmeel (plantaardig) => opslag
Glycogeen (dierlijk) => reserve brandstof bij dieren
Cellulose => stevigheid
Slide 5 - Diapositive
Teken nu een polymeer van drie glucosemoleculen. Maak hier een foto van en upload deze
Slide 6 - Question ouverte
00:26
Noem de 4 biomoleculen
Slide 7 - Question ouverte
00:58
Hoe heet ook alweer het proces dat losse monomeren een polymeer vormen?
A
hydrolysatie
B
condensatie
Slide 8 - Quiz
01:27
In pasta zit energie. Welke celorganel zorgt dat deze energie vrijkomt?
A
ribosomen
B
celkern
C
mitochondriën
D
golgi apparaat
Slide 9 - Quiz
01:49
Welke koolhydraat zit veel in brood en pasta? En is dit een polymeer of een monomeer?
Slide 10 - Question ouverte
02:03
Noem drie monosachariden
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Noteer de stappen van DNA tot eiwit volgens de video (eiwitsynthese)
Slide 13 - Question ouverte
Aminozuren
Bouwstenen eiwitten
Bevat elementen:C,H,N,O2
Centraal C atoom
Aminogroep (-NH2)
Carboxylgroep (-COOH)
Restgroep (-R)
bepaalt eigenschap aminozuur
Slide 14 - Diapositive
Essentiële aminozuren =>
kan het organisme niet zelf maken, dus moet via de voeding binnenkomen.
Slide 15 - Diapositive
Niet essentiële aminozuren
=> kan het organisme zelf maken uit andere aminozuren.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Eiwitten proteïnen
Vorming van dipeptide
Koppeling van twee aminozuren
Afsplitsen van H2O (=condensatie) → (OH van carboxylgroep en H van aminogroep)
Slide 18 - Diapositive
Bij koppeling tussen twee aminozuren. => dipeptide
Bij koppeling van drie az => tripeptide
Bij koppeling van meerdere az => polypeptide
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Uit hoeveel aminozuren bestaat het vorige plaatje? En hoeveel watermoleculen zijn vrijgekomen bij de condensatie van deze polypeptide?
Slide 21 - Question ouverte
Huiswerk
Vraag 5 t/m 8
Voorbereiden LE04-B-01: gebruik boek Hoofdstuk 6 enzymen en internet voor de voorbereidende vragen