MM 1K - 2.4 Welk werk kun je doen? (les 12)
1 / 13
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Welke basisbehoefte missen deze kinderen vooral?
A
voeding
B
kleding
C
onderdak
D
onderwijs
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?
rijkdom - armoede - basisbehoeften - slechte levensomstandigheden
rijkdom - armoede - basisbehoeften - slechte levensomstandigheden
A
rijkdom
B
armoede
C
basisbehoeften
D
slechte levensomstandigheden
Slide 5 - Quiz
Bekijk de tabel.
In welke gemeente wonen de meeste mensen met een laag inkomen?
In welke gemeente wonen de meeste mensen met een laag inkomen?
A
Vaals
B
Den Haag of Groningen
C
Rotterdam
D
Amsterdam
Slide 6 - Quiz
Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?
nomaden - hunebedden - trechterbekers - akkers
nomaden - hunebedden - trechterbekers - akkers
A
akkers
B
nomaden
C
trechterbekers
D
hunebedden
Slide 7 - Quiz
Vul in: In ontwikkelingslanden zijn de meeste landbouwbedrijven __________. Het werk is __________ en de grote landbouwbedrijven __________ voor de export.
A
klein,
niet zo zwaar,
produceren
B
familiebedrijven,
arbeidsintensief,
produceren
C
groot,
arbeidsintensief,
produceren
D
familiebedrijven,
arbeidsintensief,
consumeren
Slide 8 - Quiz
Tot welke beroepssector behoort het beroep van zonnebloemenkweker?
A
landbouwsector
B
industriesector
C
dienstensector
Slide 9 - Quiz
Tot welke beroepssector behoort het beroep van computerprogrammeur?
A
landbouwsector
B
industriesector
C
dienstensector
Slide 10 - Quiz
Dat de eerste boeren net als de jagers-verzamelaars bleven jagen is een voorbeeld van...
A
...continuiteit.
B
...stommiteit.
C
...verandering.
D
...verstand.
Slide 11 - Quiz
Welke hoort niet bij het begrip landbouwrevolutie?
A
grote invloed
B
grote verandering
C
lange periode
D
veel mensen
