Anatomie les 9 circulatiestelsel

Circulatiestelsel
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Circulatiestelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over het hart?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van het hart

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem minimaal 3 onderdelen van het hart

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart
Boezems
Kamers
Hartkleppen
Aders
Slagaders
Aorta


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

hartkleppen

Slide 7 - Diapositive

De tricuspidalisklep is een van de kleppen in het hart. Deze klep bevindt zich tussen de rechterboezem en de rechterkamer en voorkomt dat bloed uit de rechterkamer terugloopt naar de rechterboezem. Samen met de mitralisklep vormt het de atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen) van het hart.

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?
  1. Hart ontspant
  2. Samentrekken boezems
  3. Samentrekken kamers

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloedsomloop
Het bloed circuleert in twee gescheiden systemen die in het hart bij elkaar komen.

  • De grote bloedsomloop (lichaamscirculatie)
  • De kleine bloedsomloop (longcirculatie)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedsomloop
Ezelsbruggetje: heeft de vorm van een 8. 

Kleine bloedsomloop = boven
Grote bloedsomloop = beneden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grote bloedsomloop is de bloedsomloop welke verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoort nummer 3 bij de grote of kleine bloedsomloop?
3
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af. Bevat zuurstofRIJK bloed

Aders:
Transport bloed naar hart toe. Bevat zuurstofARM bloed

Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk
  • Bloed drukt tegen wanden van bloedvaten = bloeddruk
  • Bovendruk= systole als kamers samentrekken en bloed slagaders in pompen
  • Onderdruk= diastole tijdens de hartpauze

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bloed

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mens heeft ongeveer 5 tot 6 liter bloed. 
Bloed bestaat voor 55% uit vocht en verder uit bloedplasma en bloedcellen

Slide 21 - Diapositive

Bloedplasma is het vloeibare gedeelte van het bloed, zonder de bloedcellen en de bloedplaatjes die er normaal in gesuspendeerd zijn


Erytrocyten
  • vervoeren zuurstof 
  • bevatten hemoglobine, heb je te weinig dan heb je bloedarmoede 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leucocyten


Maken ziekteverwekkers onschadelijk. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trombocyten
Helpen bij de bloedstolling, dus dat je een korstje krijgt. Als je een stolling in je bloedvaten krijgt heet dat trombose. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 3 soorten cellen bestaat het bloed?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van de witte bloedcellen?
A
Zorgt voor de rode kleur van ons bloed
B
Zorgt voor zuurstof transport
C
Zorgt voor de afweer
D
Zorgt voor de afweer

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions