5.5 en 5.6 samen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vreemd geld en de eurozone 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
---> Herhaling vorige les.

--> Uitleg over vreemd geld en de eurozone.

--> Opdrachten maken.

--> Herhaling van de les.

Slide 3 - Diapositive

Welk begrip klopt bij het plaatje?
A
Exporttekort
B
Exportoverschot
C
Evenwicht

Slide 4 - Quiz

Wat gaan we leren in 5.5?
--> Ik kan uitleggen wat de invloed is van vreemd geld op de internationale handel en er berekeningen mee maken.

Slide 5 - Diapositive

Als je bij de EU zit betaal je sowieso met de €
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

 EU                                              EMU

Slide 7 - Diapositive

EMU
 Europese monetaire unie:
In de EMU zitten alle landen die de Euro (€) als betaalmiddel hebben.

Wat is het voordeel van het gebruiken van de EURO?

Geen kosten voor het wisselen van geld
Meteen weten wat de prijs is in een ander EMU land

Slide 8 - Diapositive

Wisselkoers
Wisselkoers:
De prijs van een buitenlandse munteenheid in euro's.

De wisselkoers van de dollar stijgt. Kopen wij dan meer of minder spullen uit de VS?

De dollar wordt duurder --> dus spullen in de VS wordt duurder --> dus wij kopen minder spullen in de VS.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo


Slide 11 - Question ouverte

Wat gaan we leren in 5.6?
--> Ik kan de voor- en nadelen van de eurozone benoemen.

--> Ik kan uitleggen wat de invloed van de euro is op de economie van de EMU-landen.

Slide 12 - Diapositive

Waarom kunnen de prijzen in de EMU(eurogebied) stijgen als de wisselkoers van de dollar stijgt? leg uit in 3 stappen.

Slide 13 - Question ouverte

Import inflate
Waarom kunnen de prijzen stijgen als de wisselkoers van de dollar stijgt?

1. Het kopen van een dollar wordt duurder.
2. Bedrijven moeten meer euro's betalen bij de import in Amerika.
3. De prijzen stijgen in het eurogebied.

Slide 14 - Diapositive

De koers van de euro daalt. Neemt dan de export toe of af in Europa?
A
Export neemt toe
B
Export neemt af

Slide 15 - Quiz

De koers van de euro daalt. Neemt dan de export toe of af in Europa?

1. Het kopen van een euro wordt goedkoper voor het buitenland.
2. Producten in Europa worden voor het buitenland goedkoper.
3. De export neemt toe.

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Het huiswerk: van 5.5  maken (6, 10, 13) en van 5.6 (6, 7, 11 en 12) in  BOEK
Klaar? Maak online de test jezelf.


Rustig overleggen met de buurman of buurvrouw mag.


LAPTOP NIET DICHT DOEN.

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel kost een zwitserse frank in euro op dag 10?
A
1,120
B
1,085
C
1,095
D
1,080

Slide 18 - Quiz

Je hebt op dag 10 90.000 zwitserse frank nodig. Hoeveel euro kost dit?
A
€ 97.200
B
€98.000
C
€99.000
D
€101.000

Slide 19 - Quiz

De wisselkoers van de dollar gaat omlaag. Voor mij is een Playstation 5 uit de VS nu goedkoper.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Waarom zit Polen niet bij de EMU?
A
Ze zitten niet in de EU.
B
Ze betalen niet met de €.
C
Ze horen meer bij Rusland.
D
Ze zitten wel bij de EMU.

Slide 21 - Quiz