Theme 6 Part 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

First check exercise 3 & 4

Then test your knowledge on the

 two tenses mentioned above

Exercise 3 page 53-54 Workbook B

Exercise 4 page 54

00:07

Noteer de present perfect

00:11

Noteer de present perfect

00:22

Noteer de present perfect

00:28

Noteer de present perfect

00:52

Noteer de present perfect

01:01

Noteer de present perfect

01:12

Noteer de present perfect

01:18

Noteer de present perfect

01:22

Noteer de present perfect

Hoe vorm je de present perfect?

1. met 2 werkwoorden
2. altijd met have en een ander werkwoord
3. altijd met has en het voltooid deelwoord
4. met have of has plus het voltooid deelwoord van een werkwoord

Welke signaal woorden voor de present perfect kwamen aanbod bij de opdracht?

Zijn er nog andere signaal woorden voor de present perfect

1. Ja
2. Nee

Signaal woorden present perfect

When do we use the present perfect...

De present perfect is de voltooid tegenwoordige tijd.

Deze tijd heeft alles te maken met het verleden en nu. De present perfect heeft ook nu nog invloed of si nog steeds bezig.

Je gebruikt de present perfect om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en...

...nu nog steeds bezig is

- Lees has lived in New York since 2006.

...nu nog invloed heeft

- I have lost my key at the party

Past simple

Listen very well before you do the exercise!

00:45

Fill in the correct form of the past simple

1. rained
2. raind
3. raint
4. reigned

01:05

Fill in the correct form of the past simple

1. saw
2. have seen
3. did you see
4. did see you

01:25

Fill in the correct form of the past simple

1. did tell
2. didn't tell
3. did not told
4. did told

01:58

Fill in the correct form of the past simple

1. had gone
2. was going
3. go
4. went

02:26

Fill in the correct form of the past simple

1. was not happy
2. were not happy
3. wasn't happy
4. were happy

02:48

Fill in the correct form of the past simple

1. Have you arrived
2. has you arrived
3. did you arrive
4. did you arrived

02:57

1. arrived
2. arrive
3. arrives
4. did arrive

03:17

Fill in the correct form of the past simple

1. was you
2. were you
3. are you
4. is you

Welk signaal woord voor de past simple hoort er niet bij?

1. tomorrow
2. the day before yesterday
3. this morning
4. in 1420

Enkele signaal woorden past simple 

Hoe vorm je de past simple?

When do we use the past simple......

• Wanneer iets in het verleden is gebeurd en het is afgelopen/afgehandeld/

afgesloten

e.g. He bought a new car last week.

• Vroegere gewoontes

e.g. He spent a lot of time in his father workshop.

• Bij opeenvolgende handelingen in het verleden

e.g.She returned to London and visited all  her friends.

Er staat meestal een tijdsbepaling (signaal woord) als de zin in de verleden tijd staat.

Wanneer je vragen maakt in de verleden tijd gebruik je vaak het hulpwerkwoord: To do 

Verleden tijd: did

Volgorde is dan:

Did+ onderwerp+ hele werkwoord + de rest va de zin

e.g. Did you do your homework lastnight?

Bij vragen met een vorm van To be in de zin komt het vorm van to be vooraan in de zin.

e.g. Were they happy about winning the lottery?

e.g. Was he here yesterday?

I hope you get it a little bit....