V6 - les 7 - los argumentos a favor y en contra en español

Objetivos
Practicar el debate (con el texto)
Terminar la traducción de los argumentos

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Objetivos
Practicar el debate (con el texto)
Terminar la traducción de los argumentos

Slide 1 - Diapositive

La clase anterior
¿Qué figuras retóricas conoces?
Lee a tu compañero de clase una frase con una figura retórica
¿Cuándo puedes usar el subjuntivo en el debate?
Lee a tu compañero una frase con el subjuntivo

Slide 2 - Diapositive

Objetivo de esta clase

Slide 3 - Diapositive

Los deberes para hoy

Slide 4 - Diapositive

El debate - 19 de diciembre
De 8.30 a 11.00
Aulas 025 y 026
Horario el viernes
Cada grupo debatirá sobre 1 tema
Argumentos a favor / argumentos en contra

Slide 5 - Diapositive

Repaso - Técnicas para debatir bien
  1. Drieslag: herhaal woorden / korte zinnen of delen van zinnen 3x)
  2. Gebruik zinnen die je makkelijk kan onthouden.
  3. Gebruik voorbeelden om je betoog aantrekkelijker te maken.
  4. Betrek je zelf (of ons) bij die voorbeelden. (Bijvoorbeeld: mijn moeder heeft .. jaar de pil genomen en  .... )
  5. Gebruik ook wij/ons in je voorbeelden om te sympathiseren met je publiek / tegenstander 

Slide 6 - Diapositive

Lenguaje non-verbal
  1. Handgebaren
  2. Glimlach / lach zo nu en dan, maar doet dat oprecht
  3. Sta rechtop
  4. Gebruik afwisselend volume van je stem
  5. Wissel je intonatie af (hoger als je nadruk wilt leggen / lager als je afkeuring wilt tonen.
  6. Wissel de snelheid af, waar mee je praat.

Slide 7 - Diapositive

El subjuntivo en el debate
Es importante que ....
Es necesario que ...
No creo / pienso que ...
Quiero que ...
Espero que ...

Slide 8 - Diapositive

Uitdrukkingen om te reageren
(op je tegenstander, of groepslid)

Slide 9 - Carte mentale

Practicar el debate sobre 
el turismo de masas
Grupos de tres
1. observador (hace apuntes y da feedback)
2. debatante a favor
3. debatante en contra


Requísitos
frases útiles p. 9
subjuntivo (apuntes)
expersiones para dar una opinión p. 10
expresiones para expresar (des)acuerdo p. 10b
conectores p. 11
timer
6:00

Slide 10 - Diapositive

Feedback de la profesora
Check met je klasgenoten dat je niet allemaal op dezelfde manier begint (bijv. Imagínate).
Heb je het geslacht van zelfstandige naamwoorden gecontroleerd? Vooral van de zelfstandige naamwoorden die niet op -o of -a eindigen.
Heb je alle zinnen op concordantie gecheckt?
Zijn alle persoonsvormen vervoegd?
Heb je de vervoegingen van de werkwoorden gecontroleerd?
Let met name op de vervoegingen van vosotros én ellos
Heb je bien en bueno (buena, buenos en buenas) correct gebruikt?
Heb je por en para  correct gebruikt?
Heb je hay gebruikt waar dat nodig is (en niet está(n))?
Heb je ser en estar correct gebruikt? Wat zijn de regels van ser en estar?

Slide 11 - Diapositive

Ojo
Welke is beter? En waarom"?
Sabías que por el turismo Bali tiene carreteras y aeropuertos modernos

Sabías que gracias al turismo Bali tiene carreteras y aeropuertos modernos

Slide 12 - Diapositive

Ojo - 2
zorgen voor
-> veroorzaken (vaak een probleem of iets negatiefs): causar
-> iets opleveren (iets positiefs)
resultar en / producir / hacer que + subj

Kies het goede werkwoord en vergeet niet te vervoegen

Slide 13 - Diapositive

Los argumentos
Traducir los argumentos a favor y en contra del turismo masivo

Slide 14 - Diapositive

En esta clase he trabajado muy bien
(Explica cómo)
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Wat ga jij doen om je voor te bereiden op het volgende blokuur waarin we gaan oefenen?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel teksten uit de reader periode 2 heb je tot nu toe gemaakt?

Slide 17 - Question ouverte

Deberes para mañana
practicar un examen de audición en woots

Slide 18 - Diapositive