Intro gesprekken voeren

Lesprogramma 
  • Planning
  • Hoe voer je een gesprek?
  • Opdracht uitleggen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesprogramma 
  • Planning
  • Hoe voer je een gesprek?
  • Opdracht uitleggen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat gaat er mis in dit gesprek?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Waar moet je doen om een goed gesprek te voeren?

Slide 5 - Question ouverte

Interactieregels
1. Spreek duidelijk (volume, articulatie, intonatie)
2. Let op je lichaamstaal (houding, mimiek)
3. Luister naar de ander
4. Vraag om verduidelijking als je iets niet begrijpt

Slide 6 - Diapositive

Interactieregels vervolg
5. Laat de ander uitspreken (altijd?)
6. Blijf beleefd (altijd!)
7. Let op je lichaamstaal (houding, mimiek)
8. Stem je woordkeus af op je gesprekspartner

Slide 7 - Diapositive

Vragen stellen:
Wat is een open vraag?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Een gesloten vraag ....
kun je beantwoorden met ja/ nee/ 1 woord

Vraag: is een gesloten vraag dan 'fout'?

Slide 10 - Diapositive

vraagtechnieken

Er zijn verschillende doelen voor het stellen van vragen:


- Informatie inwinnen/bevestigen
- Initiatief nemen of het leiden van een gesprek
- Vasthouden van de aandacht
- Informatie laten herhalen voor betere opslag
- Afwisseling brengen in het gesprek



-
Vragen roepen minder weerstand op dan beweringen


-
Activeren van gesprekspartner


-
Controle


Slide 11 - Diapositive

Andere soorten vragen
Doorvragen: wat bedoelt u daarmee?
Suggestieve vragen: U wilt toch niet zeggen dat....?
Retorische vragen: Wie wil er nu geen diploma behalen?

Slide 12 - Diapositive

Open vraag


Wie, wat, waar, waardoor, waarom….etc.

Doel = klant laten spreken


gesloten vraag


ja/nee antwoorden

doel = snel informatie verkrijgen


gerichte vraag
open vraag met één antwoordmogelijkheid
doel = snel informatie verkrijgen
suggestieve vraag


Dat is toch een mooi aanbod vind je niet?

doel = inspelen op emotie


keuzevraag


een klant heeft zelf iets in te brengen


controlevraag

je controleert of je het begrepen hebt/of de afspraak duidelijk is





















Slide 13 - Diapositive

Planning
Volgende les werken we verder in duo's aan de opdracht. 

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Lees de theorie in je handboek over gesprekken voeren (blz. 90 t/m 95)
Formuleer 10 gespreksadviezen, waaraan een goed gesprek moet voldoen. 
inleverdatum 13 november. 

Slide 15 - Diapositive