Paragraaf 2.5 Dieren bewegen

Paragraaf 2.5 Dieren bewegen
2.5 - Dieren bewegen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.5 Dieren bewegen
2.5 - Dieren bewegen

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les
  • Je weet op welke manieren de wervelkolom bij gewervelde dieren beweegt
  •  Je weet welke soorten poten zoogdieren kunnen hebben
  • Je weet hoe het skelet samenhangt met leefwijze van een dier
  • Je kan van verschillende groepen ongewervelde dieren uitleggen hoe ze kunnen bewegen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bewegen met wervelkolom
Gewervelde dieren bestaan uit 5 groepen:
- vogels
- amfibieën
- zoogdieren
- reptielen
- vissen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Vissen, Amfibieën, Reptielen

- Bewegen met de wervelkolom van links naar rechts
- Amfibieën en reptielen: poten aan zijkant van het lichaam
Vogels, Zoogdieren

- Bewegen met de wervelkolom op en neer
- Hebben poten aan de onderkant van het lichaam
-Hierdoor kunnen ze zich snel vooruit bewegen

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Zoogdieren
Topganger  (Hoefganger) - loopt op puntje van de teenkootjes, hier omheen hebben ze hoeven
Teengangers - loopt op de teenkootjes
Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Bouwplan van gewervelden
Het bouwplan van gewervelden lijkt erg op elkaar, hebben allemaal dezelfde botten.
Aanpassing op wat nodig is voor de leefwijze van het dier
- Armen van vleermuizen -> vliezen tussen de lange botten in de 'hand'
- Voorpoten van de mol -> korte, stevige botten in de 'hand'
- Vinnen van de walvis -> brede 'hand', uitgegroeid tot vin

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Beweging bij ongewervelden
Slakken: bewegen door spierbeweging in de voet, 'glijden' over zelfgemaakt slijmspoor
Geleedpotigen: gewrichten aan de buitenkant, spieren aan de binnenkant (bron 13)
Wormen: lichaam bestaat uit segmenten, elk segment bestaat uit spieren - lengtespier en kringspier (zoals onze darmen). Trekken zich om en om samen

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk
Maak nu opdr 15 en 19
Deze kijken we straks samen na

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel groepen gewervelden zijn er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 18 - Quiz

Alle ongewervelden hebben een gelijke manier van bewegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Bij beweging van de vis beweegt de wervelkolom...
A
Van links naar rechts
B
Van boven naar beneden
C
Helemaal niet
D
In alle richtingen

Slide 20 - Quiz

De wervelkolom van amfibieën beweegt anders in het water dan op het land
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Reptielen hebben een erg beweeglijke wervelkolom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Waar hoort een hert bij?
A
Zoolgangers
B
Teengangers
C
Hoefgangers/Topgangers

Slide 23 - Quiz

Waar hoort een kat bij?
A
Zoolgangers
B
Teengangers
C
Hoefgangers/Topgangers

Slide 24 - Quiz

Hoeveel soorten spieren gebruiken wormen om vooruit te bewegen?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 25 - Quiz

Aan de slag
- Maak zelfstandig opdrachten van 2.5 af
- Maak een samenvatting of mindmap
- Oefen de lesstof op www.biologiepagina.nl

Slide 26 - Diapositive