3. Mens en milieu Les 5: Stikstofkringloop

Stikstofkringloop
Thema 3: basisstof 3
Duurzame ontwikkeling in kringlopen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Stikstofkringloop
Thema 3: basisstof 3
Duurzame ontwikkeling in kringlopen

Slide 1 - Diapositive

Stikstof (N)
- Waarvoor hebben organismen stikstof nodig?
- Hoe zit de stikstofkringloop 
in elkaar?
- Pak zelf ook je BINAS erbij: heb je zo nodig.

Slide 2 - Diapositive

Koolstofkringloop
BINAS 93F
Stikstofkringloop
BINAS 93G

Slide 3 - Diapositive

Waarom stikstof nodig?
Alle organismen hebben stikstof nodig voor het maken van:
- Aminozuren (zitten in DNA, eiwitten, chlorofyl.)





Slide 4 - Diapositive

Waar is de stikstof?
Stikstof zit in:
- De lucht als N2 (gas) (78%)
- De bodem als bv. NO3-, NH3, etc.

N2 in de lucht is voor de plant niet bereikbaar.

Slide 5 - Diapositive

Binas 93G 'lezen'
Deze kleuren gelden voor zowel koolstof- als stikstof-kringloop. Let verder vooral op de pijlrichting, de namen van de processen en wie ze uitvoeren.

Slide 6 - Diapositive

Wat is ook alweer een organische verbinding?
A
Alles wat in een organisme zit
B
Een verbinding tussen je organen
C
Een molecuul met minstens één koolstofatoom
D
Een molecuul met minstens één koolstof- en waterstofatoom

Slide 7 - Quiz

Welke twee stikstofverbindingen kan een plant opnemen? (antwoord met woorden, niet molecuulformules) Zie 93G

Slide 8 - Question ouverte

Hoe neem de plant stikstof op?
- Niet vanuit de lucht!
- Vanuit de grond, in de vorm van nitraat of ammoniak 


Slide 9 - Diapositive

Gebruikelijke route
A: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
B: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
C: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
D: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
E: Rottingsbacteriën breken ureum af tot NH3
F: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
G: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
H: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 10 - Diapositive

Sommige bacteriën kunnen ammoniak omzetten in stikstof gas. Welke bacteriën?
A
anaerobe denitrificerende bacteriën.
B
knolletjesbacteriën
C
anaerobe deammonificerende bacteriën
D
rottingsbacteriën

Slide 11 - Quiz

Bijzondere route



Sommige bacteriën kunnen ammoniak (NH3) omzetten in N2(g). 


Slide 12 - Diapositive

Is dit proces (ammoniak wordt omgezet in stikstofgas) voordelig voor de plant? Ja of nee.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Bijzondere route
De omzetting van ammoniak naar stikstofgas is nadelig voor de plant. Want door deze omzetting wordt de bodem minder voedselrijk.

Slide 14 - Diapositive

Welke bacteriën zorgen voor een toename van ammoniak in de bodem?
A
knolletjesbacteriën
B
anaerobe deammonificerende bact.
C
nitrietbacteriën
D
nitraatbacteriën

Slide 15 - Quiz

Bijzondere route
Knolletjesbacteriën (en een paar andere bacteriën) kunnen N2 (g) omzetten in NH3.

Stifkstof die eerst níet te gebruiken was voor de plant, is nu wél te gebruiken. Oftewel:
De bodem wordt voedselrijker.

Dit is 'Groenbemesten'.

Slide 16 - Diapositive

Groenbemesting
- Op grond die je voedselrijker wilt maken, zaai je een specifieke plantensoort, meestal 'vlinderbloemigen' (bv. lupine). Die maakt wortelknolletjes aan. 

Slide 17 - Diapositive

Groenbemesting
- De knolletjesbacteriën die daarin zitten, maken ammoniak van stikstofgas. 
- Eenmaal volgroeid, ploeg je de plant onder.

Slide 18 - Diapositive

Waarom ploeg je de plant onder?
A
Dan komen de mineralen daarin na rotting vrij voor de plant
B
Dan nemen ze geen licht weg voor de plant die daarna gezaaid wordt.
C
Opgeruimd staat netjes
D
Zodat de grond voedselarmer wordt.

Slide 19 - Quiz

Groenbemesting
- De knolletjesbacteriën hebben voordeel van het 'samenleven' met de plant: zij krijgen organische stoffen van de plant.
- De plant heeft voordeel van de samenleving, want die krijgt stikstofverbindingen van de bacterie.
- Dit 'samenleven' noem je symbiose (al eerder behandeld)

Slide 20 - Diapositive

Hoe noem je deze variant van symbiose, tussen knolletjesbacterie en plant?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Predatie

Slide 21 - Quiz

De plant zal niet onbeperkt knolletjesbacteriën toelaten. Waarom niet?

Slide 22 - Question ouverte

Andere routes
'Verstorende' routes:
- NO3-  > NH4+    ammonificatie
- NO3- > N2 (g)    denitrificatie

Er kan stikstof (tijdelijk) verloren gaan via:
- uitspoeling in de bodem (NH4- en NO3-)  
- vervluchtiging (NH3)

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
Maak met je BINAS erbij de volgende opdracht (volgende dia)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien