Examentraining_Les 12

Noem alle levenskenmerken
1 / 26
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Noem alle levenskenmerken

Slide 1 - Question ouverte

Welke onderdelen hebben cellen van een meeldraad van een sojaplant?
A
alleen een celmembraan
B
alleen celwand
C
zowel een celmembraan als een celwand

Slide 2 - Quiz

Welk type celdeling vindt plaats in huidcellen?
A
Mitose (gewone celdeling)
B
Meiose (reductiedeling)

Slide 3 - Quiz

Welke werking heeft een anticonceptiepil?
A
Bevordert de menstruatie
B
Doodt zaadcellen
C
Doodt de bevruchte eicel
D
Voorkomt de ovulatie

Slide 4 - Quiz

Geef een voorbeeld van prenataal onderzoek
(naar de foetus)

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het genotype van 4?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 6 - Quiz

Welke persoon is homozygoot recessief?
A
Laura
B
Jasmijn
C
Monique

Slide 7 - Quiz

Heeft een bacteriecel een celkern? En een celwand?
A
Alleen een celkern
B
Alleen een celwand
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Welk hormoon regelt de omzetting van glucose in glycogeen?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon
D
Schildklierhormoon

Slide 9 - Quiz

In welk onderdeel van het oog bevinden zich zintuigcellen?
A
Harde oogvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies

Slide 10 - Quiz

In welk onderdeel van het oor bevinden zich zintuigcellen?
A
Trommelvlies
B
Trommelholte
C
Slakkenhuis

Slide 11 - Quiz

Staafjes
Kegeltjes
Kleuren waarnemen
Lage drempelwaarde
Contrasten waarnemen
Hoge drempelwaarde
Vooral te vinden in en rond de gele vlek
Te vinden over het hele netvlies, behalve de gele vlek

Slide 12 - Question de remorquage

Een kuiken van een zilvermeeuw tikt op de rode punt op de snavel van de moeder. De moeder geeft het kuiken eten.
Wat is de respons?
A
Het tikken op de snavel
B
Het eten geven door de moeder

Slide 13 - Quiz

Wat is de naam van bloedvat '6'?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Maagader
D
Poortader

Slide 14 - Quiz

Waar herkennen witte bloedcellen ziekteverwekkers aan?
A
Aan antigenen
B
Aan antistoffen
C
Aan antigenen en antistoffen

Slide 15 - Quiz

Van welk type voedsel kunnen voedselresten gevonden worden in mammoeten?
A
Resten van dierlijk voedsel
B
Resten van plantaardig voedsel
C
Resten van plantaardig- en dierlijk voedsel

Slide 16 - Quiz

Dit dier heeft een .... darmkanaal
A
relatief kort
B
relatief lang
C
middellang

Slide 17 - Quiz

Brandstoffen
Beschermende stoffen
Vitamines
Ewitten
Vetten
Mineralen
Koolhydraten

Slide 18 - Question de remorquage

Deze stoffen moeten verteerd worden
Koolhydraten 
Eiwitten
Water
Mineralen
Vetten
Vitamines

Slide 19 - Question de remorquage

Maagsap
Gal
Speeksel

Alvleessap
Zetmeel verteren
Koolhydraten, eiwitten, vetten verteren
Vetten emulgeren
Alleen eiwitten verteren

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is de juiste weg die lucht aflegt bij een inademing?
A
Luchtpijp - luchtpijptakjes - bronchie
B
Luchtpijptakjes - luchtpijp- bronchie
C
Luchtpijp - bronchie - luchtpijptakjes

Slide 21 - Quiz

Waar gaat dit beademingsapparaat naarbinnen?
A
P, de slokdarm
B
P, de luchtpijp
C
Q, slokdarm
D
Q, luchtpijp

Slide 22 - Quiz

Wat wordt afgesloten door de huig?
A
keelholte
B
luchtpijp
C
neusholte
D
slokdarm

Slide 23 - Quiz

Op welke plaats is het CO2-gehalte het hoogst?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R

Slide 24 - Quiz

Op welke plaats worden gassen uitgewisseld tussen water en bloed?
A
Plaats 1
B
Plaats 2
C
Plaats 3
D
Plaats 4

Slide 25 - Quiz

Op welke plaats is het CO2-gehalte het hoogst?
A
Op plaats 1
B
Op plaats 2

Slide 26 - Quiz