Mens en milieu, oefentoets

Mens en milieu
Oefentoets
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mens en milieu
Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Annemijn: "Milieu is belangrijk als plaats voor recreatie."
Sophie: "De mens is voor grondstoffen afhankelijk van het milieu."

Wie heeft gelijk?
A
Niemand heeft gelijk
B
Alleen Annemijn heeft gelijk
C
Alleen Sophie heeft gelijk
D
Ze hebben allebei gelijk

Slide 2 - Quiz

Drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu:
1. Het milieu levert voedsel
2. Het milieu levert water
3. Het milieu levert zuurstof
Bij welke manieren heeft fotosynthese een rol?
A
1 & 2
B
1 & 3
C
2 & 3
D
1, 2 &3

Slide 3 - Quiz

De milieuproblemen hebben als enige oorzaak de groei van de chemische industrie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De enorme bevolkingstoename heeft bijgedragen aan het ontstaan van milieuproblemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

In de afbeelding is een belangrijk
milieuprobleem weergegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Doordat er steeds meer grond nodig is voor landbouw, verdwijnt veel natuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In de afgelopen honderd jaar is de biodiversiteit in Nederland toegenomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

LPG, benzine en diesel zijn voorbeelden van brandstoffen. Zij zijn gemaakt uit aardolie.

Welke van deze brandstoffen zijn fossiele brandstoffen?
A
Benzine en diesel
B
Benzine en LPG
C
Diesel en LPG
D
Alledrie

Slide 9 - Quiz

Waarvan is de energie in fossiele brandstoffen uiteindelijk afkomstig?
A
Fossielen
B
Planten en dieren
C
Verbranding in organismen
D
De zon

Slide 10 - Quiz

Kenmerken van fossiele brandstof zijn:
1. Bij de verbranding ervan ontstaat CO2
2. Bij de verbranding ervan komt energie vrij
Welk(e) van deze kenmerken is (zijn) een nadeel van fossiele brandstoffen?
A
Geen van beide
B
Alleen kenmerk 1
C
Alleen kenmerk 2
D
Zowel 1 als 2 (beide)

Slide 11 - Quiz

Het broeikaseffect is:
A. Gassen in de dampkring houden een deel van de warmte-
uitstraling van de aarde tegen.
B. Gassen in de dampkring houden een deel van de
zonnestraling tegen.
A
A
B
B

Slide 12 - Quiz

Wat is de belangrijkste oorzaak van het versterkte broeikaseffect:
A. De afname van de hoeveelheid CO2 in de lucht
B. De toename van de hoeveelheid CO2 in de lucht
A
A
B
B

Slide 13 - Quiz

Er komen in Nederland steeds meer auto's. Neemt het broeikaseffect hierdoor af of neem het hierdoor toe?
A
Het broeikaseffect neemt af
B
Het broeikaseffect neemt toe

Slide 14 - Quiz

Uit de afbeelding blijkt dat we in
Nederland te maken hebben met
klimaatverandering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Door de klimaatverandering kan de zeespiegel stijgen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Door het versterkte broeikaseffect daalt de gemiddelde temperatuur op aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Dat woestijnen groter worden, is een gevolg van de klimaatverandering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Door de klimaatverandering worden sommige gebieden geschikter voor de landbouw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Door de klimaatverandering kunnen vogels zoals koolmezen gemakkelijker rupsen vinden voor hun jongen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Door de klimaatverandering komen sommige ziekten in Nederland vaker voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Welk afval kan door bacteriën en schimmels worden afgebroken?
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 22 - Quiz

Welk afval is alleen van de mens afkomstig?
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 23 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 24 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 25 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 26 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 27 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 28 - Quiz

Tot welk soort afval behoort
het volgende plaatje:
A
Biologisch afbreekbaar afval
B
Niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 29 - Quiz

De bakken in de afbeeldingen
dienen voor gescheiden
afvalinzameling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Het afval in de afbeelding
hoort in de GFT-container.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Het afval in de afbeelding kun
je inleveren bij de milieustraat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Bij de recycling van glas spelen reducenten een belangrijke rol.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Een gemakkelijke en goedkope manier van afvalverwerking is het afval storten op een vuilnisbelt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Bij het composteren van afval kan elektriciteit worden opgewekt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Bij het verbranden van afval in de verbrandingsovens ontstaan verbrandingsproducten die kunnen worden gebruikt als mest voor de tuin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Klaar!
Vrijdag 23 juni: TOETS via Fronter (opgeladen laptop mee!)
BB & KB 7.1 t/m 7.5

Slide 37 - Diapositive