Poëzie laatste les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Volgende week:

Inleveren + voorlezen gedicht

Morgen: rubric bespreken

Vandaag: herhalen lesstof

Even checken

Wat weet je nog over poëzie?

Een gedicht MOET rijmen.

1. Waar
2. Niet waar

Een gedicht bestaat uit 'alinea's'.
Dit heet in de poëzie:

1. Couplet
2. Strofe
3. Alinea
4. Inleiding

Een gedicht heeft meestal een metrum of rijmschema. Wat is een voorbeeld van een rijmschema?

1. 1b1b
2. 1234
3. DoReMi
4. aabb

Rijm van Blöf

Probeer te achterhalen wat het rijmschema is.

Dus: 

aabbaa/

ababab/

etc

Wat is het rijmschema van dit gedicht?

1. ababab
2. abba abba
3. aabbaa

Verzin een versje met rijmschema:
a-b-a-b

Even opfrissen!

Homoniem = 1 woord, twee betekenissen (bijvoorbeeld: Beer = roofdier OF ondersteuning van een muur)

Antoniem= het tegenovergestelde

Synoniem= ander woord, zelfde betekenis

Wat is het synoniem van docent?

1. school
2. leraar
3. klas
4. docent

Wat is het antoniem van 'wit'?

1. zwart
2. hoog
3. dun
4. laag

Waarom is 'bank' homoniem?

1. ..heeft maar 1 betekenis
2. ..heeft 2 betekenissen: geldbewaarder en zitmeubel
3. ..heeft geen synoniem
4. ..staat op meerdere plekken

Beginrijm / eindrijm

Eind = woorden aan einde van de zin rijmen

Begin = woorden aan begin zin rijmen

Door deze vorm,
Hoor je het rijm,
Voor in de zin.

1. Beginrijm
2. middenrijm
4. eindrijm

Wat is dit voor rijm?

Uw schouders zijn zo mooi.

Om u is licht gedooi.

Warm warm warm is stil omhangen.

Van warmte ik doe verlangen.

De vorige rijm is:

1. Beginrijm
2. middenrijm
3. Eindrijm

Klaar!

Ga nu verder met je gedicht.

Morgen: bespreken we het beoordelingsschema.