Aandoeningen aan het urinewegstelsel

Aandoeningen aan het urinewegstelsel: 
chronische nierinsufficiëntie
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
VVTMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Aandoeningen aan het urinewegstelsel: 
chronische nierinsufficiëntie

Slide 1 - Diapositive

Inhoud les
-Het urinewegstelsel
-Diagnostische onderzoeken
-Functieonderzoek
-Beeldvormend onderzoek
-Verpleegkundige aandachtspunten
-
-Nierinsufficiëntie


Slide 2 - Diapositive

Het urinewegstelsel

Slide 3 - Diapositive

Functieonderzoek
  • Middels urine- of bloedonderzoek. 
  • Aan de hand van de uitslag kan de huisarts besluiten tot een behandeling op het gebied van bijvoorbeeld voeding, beweging of medicatie, of hij kan doorverwijzen naar een specialist. 
  • Bij urineonderzoek: kwalitatief onderzoek (zit er een stof/bacterie in de urine of niet) en een kwantitatief onderzoek (hoeveel van die stof zit er in de urine). 
  • De volgende constateringen wijzen op nierproblemen: stoffen in de urine zoals eiwit (nierinsufficiëntie), bloed (allerlei aandoeningen waaronder blaasontsteking of carcinoom), nitriet of leukocyten (urineweginfectie); wijzigingen in het soortelijk gewicht: verwijst naar de (on)mogelijkheid van de nieren om afvalstoffen in minder vocht uit te scheiden; afwijkende zuurgraad van de urine: normaal is deze tussen de 5 en 8, lager dan 5 (zuur) wijst op diarree of diabetes mellitus en boven de 8 (basisch) verwijst meestal naar een urineweginfectie.
  • Bij bloedonderzoek: een verhoogde of juist verlaagde bloedwaarde van ureum en creatinine kan wijzen op problemen in het urinewegstelsel. Een verhoogde bloedwaarde van ureum en creatinine wijst op nierfunctiestoornissen. Een (te) laag ureumgehalte wijst op ernstige leverinsufficiëntie of ondervoeding. Een verhoogde hoeveelheid urinezuur en calcium in het bloed kan nierstenen veroorzaken.



Slide 4 - Diapositive

Beeldvormend onderzoek
Bij beeldvormend onderzoek wordt op verschillende manieren een afbeelding gemaakt van de organen om te zien welke anatomische afwijking er bestaat. Beeldvormend onderzoek kan uitwendig en inwendig plaatsvinden.

  • Echografie: via geluidsgolven worden door de inwendige organen geluiden teruggekaatst en omgezet in beelden.
  • Cystoscopie (blaaskijkonderzoek): inwendig onderzoek waarbij met een slang de binnenkant van de blaas en urinebuis op onregelmatigheden worden bekeken.

Slide 5 - Diapositive

Verpleegkundige aandachtspunten
Als verpleegkundige in thuiszorg vormt je observatievermogen een essentiële aanvullende factor op alle onderzoeken, vooral als de zorgvrager niet goed in staat is klachten te verwoorden. Je kent de zorgvrager, zijn sociale kaart, zijn medische achtergrond en mogelijk ook wensen voor de toekomst. Komt daar verandering in of ontstaan er klachten, dan sta je dichtbij de zorgvrager. Je rol van spin in het web kan andere disciplines helpen tot een juiste diagnose te komen.

Opdracht: zoek uit en verwerk in een schema welke symptomen kunnen wijzen op een cystitis, een ontsteking die opstijgt naar hogerop in de urinewegen en stenen in de nieren, urinewegen of blaas.

Slide 6 - Diapositive

Nierinsufficiëntie en dialyse
Bij nierinsufficiëntie (nierfalen) is de nierfunctie verminderd waardoor afvalstoffen niet meer voldoende uit het lichaam worden verwijderd.
Nierinsufficiëntie kan zich acuut voordoen of chronisch zijn.

Slide 7 - Diapositive

Nierinsufficiëntie 














Door het verhinderen van de afvloed van urine zwelt de nier op en ontstaat een waternier

Slide 8 - Diapositive

Vergelijking tussen de werkwijze bij een hemodialyse en een peritoneaaldialyse

Slide 9 - Diapositive

Nierinsufficiëntie en dialyse
OPDRACHT:
Werk uit in een mindmap: oorzaken nierinsufficiëntie, onderzoek, behandeling, aandachtspunten verpleging en begeleiding bij slecht functionerende nieren, vormen van dialyse, aandachtpunten verpleging en begeleiding bij dialyse.

Gebruik hiervoor het boek VVT 1, module 8, hoofdstuk 22

Slide 10 - Diapositive