Unidad 5 Paso adelante
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
¿Te gusta ir de tiendas? (Antwoord in een hele Spaanse zin)
Slide 2 - Carte mentale
¿Dónde compras ..... (jouw) vaqueros? ¡Son tan chulos!
Slide 3 - Question ouverte
Es la camiseta de Pablo y Ricardo. Es ...... camiseta (vul een bezittelijk vnw. in)
Slide 4 - Question ouverte
Mamá, busco ....... (onze) ropa para la fiesta... ¿Dónde está?
Slide 5 - Question ouverte
Welke honderdtallen zijn 'onregelmatig'?
A
300, 500, 700
B
400, 600, 800
C
500, 700, 900
D
100, 200, 300
Slide 6 - Quiz
Schrijf uit in het Spaans: 981
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf uit in het Spaans: doscientos cuarenta + trescientos treinta =
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: Ik ga laarzen kopen.
A
Voy comprar botas.
B
Vamos a comprar botas.
C
Vo a comprar botas.
D
Voy a comprar las botas.
Slide 9 - Quiz
Vertaal: Wat gaan jullie doen? (Denk aan hoofdletter en vraagtekens)
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal: de sneaker
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het tegenovergestelde van 'encantar'?
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal: Hoeveel kost het horloge?
Slide 13 - Question ouverte
Vul aan: Las gafas de sol y los collares son ejemplos de ....
A
complementos
B
cumplidos
C
pendientes
D
rebecas
Slide 14 - Quiz
¿Estás (casi) list@ para la prueba de mañana? / Ben je (bijna) klaar voor de toets van morgen?
😒🙁😐🙂😃
