Dermatica

10-2-23
Dermatica Huidaandoeningen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BspMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

10-2-23
Dermatica Huidaandoeningen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kijk je terug op de lessen van afgelopen half jaar?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tips heb je over de lessen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kent meerdere toedieningsvormen voor op de huid
  • Je kan meerdere huidaandoeningen noemen en je weet hoe deze behandelt kan worden 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten dermatica ken je?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

naam 
  • zalf
  • creme
  • hydrogel
  • pasta
  • oplossing voor cutaan gebruik
  • suspensie voor cutaan gebruik
  • smeersel
  • collodium
  • strooipoeder

latijnse naam 
Wat is de latijnse naam en kun je een voorbeeld noemen? 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

naam 
  • zalf
  • creme
  • hydrogel
  • pasta
  • oplossing voor cutaan gebruik
  • suspensie voor cutaan gebruik
  • smeersel
  • collodium
  • strooipoeder

latijnse naam 
  • unguentum
  • cremor
  • mucilago
  • pasta
  • solutio
  • lotio
  • linementum
  • collodium
  • conspregens

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een droge huid hebt, wat voor soort basis zou je dan kiezen?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden dermatica verpakt?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1:
Smeer een beetje cetomacrogol zalf en een beetje cetomacrogol crème op
je hand. Welke basis (zalf of crème) zou je voor jezelf kiezen als je een
aandoening op je hand zou hebben?

Slide 18 - Question ouverte

Creme smeert makkelijker en is makkelijker af te wassen; zalf is vetter en slechter afwasbaar. Het trekt minder goed in. maar werkt soms beter
(Theorie: nat met nat en droog met droog behandelen;
creme is waterig = nat; zalf is niet-waterig (hydrofoob) = droog; meeste eczeem is droog, dus theoretisch een zalf, maar een creme is practische)

Vraag 2:
Voor een droge huid wordt een andere bases gebruikt als voor een natte huid. Wat is het verschil van de voorgeschreven bases?

Slide 19 - Question ouverte

Droge huid ->veel vet -> sluit af waardoor het vocht niet kan verdampen en de huid gehydrateerder wordt
Natte huid ->veel water -> verdampt en neemt dan vocht uit de huid mee -> is indrogend

Vraag 3:
Waarom kiest men een lotion als een geneesmiddel op een behaarde hoofdhuid moet worden aangebracht?

Slide 20 - Question ouverte

Een lotion is makkelijker te verwijderen uit haar dan een creme, en prettiger aan te brengen