Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Diapositive

Wat is de pv?

Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken.

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Wat is de pv?
Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken, omdat ik mijn hond moest uitlaten.

Slide 4 - Question ouverte

Enkelvoudige en Samengestelde zinnen
Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken.
-> Enkelvoudige zin: Er is maar 1 pv.

Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken, omdat ik de hond moest uitlaten. 
-> Samengestelde zin: Er zijn 2 of meer pv's.

Slide 5 - Diapositive

hoofdzinnen (HZ) + bijzinnen (BZ)




Slide 6 - Diapositive

Samengestelde zin: hoofd- en bijzinnen

Een samengestelde zin heeft altijd een HZ:

- Hij gaat morgen naar de dierentuin, omdat de entree gratis is.

- Omdat de entree gratis is, gaat hij morgen naar de dierentuin.


Een samengestelde zin heeft niet altijd een BZ.

- Hij gaat morgen naar de dierentuin, want dan is de entree gratis.



Slide 7 - Diapositive

Kenmerken hoofdzin:


- ow en pv staan naast elkaar.




- pv staat op plek 1 of 2 in de zin.



- Een samengestelde zin kan 2 HZ hebben.

Kenmerken bijzin:


- ow en pv staan niet naast elkaar/ je kunt het woordje 'niet' ertussen zetten.


- pv staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.


- BZ kan vooraan of achteraan staan.

Slide 8 - Diapositive

Hoofd- en bijzinnen

Er zijn dus een paar combinaties mogelijk:

1. hoofdzin + hoofdzin

Hij zwaait opa en oma uit, want die gaan een grote reis maken.

2. hoofdzin + bijzin

Hij hoopt dat hij opa en oma kan uitzwaaien.

3. bijzin + hoofdzin

Omdat opa en oma op reis gaan, zwaait hij ze uit.

Slide 9 - Diapositive

Hoofd- en bijzinnen

Zo herken je hoofd- en bijzinnen:


1. Maak de zin vragend; dan vind je de pv van de hoofdzin.

2. Verander de zin van tijd; dan vind je alle pv's.

3. Zoek van de zinnen alle pv's en ow.

4. Probeer of je tussen de pv en ow het zinsdeel "niet" kunt invoegen.

      - Nee = hoofdzin

      - Ja = bijzin

Slide 10 - Diapositive

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 11 - Quiz

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 12 - Quiz

De tuin is nat, doordat het vandaag heel erg hard regent.

A
hoofdzin + hoofzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 13 - Quiz

Het meisje slaat haar zusje en zij stompt haar broertje, omdat ze stom doen.
A
hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin + bijzin

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Dus:
HZ + HZ = nevenschikking







Dus: 

HZ + BZ = onderschikking

BZ + HZ = onderschikking

Slide 18 - Diapositive

Voegwoorden

Een samengestelde zin kan een voegwoord hebben.

- nevenschikkende voegwoorden: verbinden twee hoofdzinnen met elkaar.

en, maar, want, of, dus 


- onderschikkende voegwoorden: verbinden een hoofdzin en bijzin met elkaar.

aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra, ........... (er zijn er nog wel meer) 

Slide 19 - Diapositive

Voegwoord

Slide 20 - Diapositive

Ik zwem in de zee en daarna lig ik op het strand.

'en' is een nevenschikkend voegwoord en voegt
A
een hoofdzin en een bijzin aan elkaar
B
een hoofdzin en een hoofdzin aan elkaar

Slide 21 - Quiz

Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen zijn
A
nevenschikkende voegwoorden
B
onderschikkende voegwoorden

Slide 22 - Quiz

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Annet is zenuwachtig, want......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
ze heeft nog nooit eerder opgetreden.
morgen moet ze naar de tandarts.

Slide 23 - Question de remorquage

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Mijn pianoleraar vond dat ik erg goed had gespeeld,
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
hoewel ik veel foutjes maakte. 
want ik maakte geen foutjes.

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive