Hoe gebruik je hoofdletters en leestekens? - les 16

Format 2
Hoe gebruik je hoofdletters en leestekens?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Format 2
Hoe gebruik je hoofdletters en leestekens?

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je een formele e-mail schrijft.

Slide 2 - Diapositive

Doelen van de les
  • Je weet welke verschillende leestekens er zijn.
  • Je kunt in een gegeven zin de goede hoofdletters en leestekens invullen.
  • Je kunt zelf goede zinnen maken met gebruik van 
      hoofdletters en leestekens.

Slide 3 - Diapositive

Hoofdletters en leestekens
Als je schrijft, gebruik dan hoofdletters en leestekens op de goede manier. Zo kan een ander je tekst makkelijker begrijpen.

Slide 4 - Diapositive

Hoofdletters
Punten
ABCDE
  • Staan aan het begin van een zin.
   - De temperatuur gaat morgen omhoog.

  • Gebruik je bij namen.
    - Viktor Brand uit Arnhem is ziek.
.
  • Staan na een zin.
   - De temperatuur gaat morgen omhoog.

Slide 5 - Diapositive

Vraagtekens
Uitroeptekens
?
  • Staan na een vraagzin.
   - Gaat de temperatuur morgen omhoog?
!
  • Staan na een uitroep.
   - Laat je niet gek maken!

Slide 6 - Diapositive

Aanhalingstekens
Dubbele punten
'  '
  • Gebruik je als iemand iets zegt
   - Rachid vraagt: 'Kom je?'

:
  • Gebruik je bij een opsomming
   - Ik heb drie broers: Joost, Wessel en Freek.

Slide 7 - Diapositive

Komma's
,
  • Gebruik je bij een opsomming.
   - De bakker op de hoek verkoopt shoarma, gyros, dürum en 
     pizza.

  • Gebruik je als een pauze hoort.
    - Nou, ik weet het niet.

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten maken
Samen werken

We maken opdracht 6 t/m 9 samen.

Daarna maak je opdracht 10 t/m 15 zelfstandig
Zelfstandig werken

Je maakt opdracht 6 t/m 15 zelfstandig.

Klaar?
-> NUMO

Slide 9 - Diapositive

Doelen van de les
  • Je weet welke verschillende leestekens er zijn.
  • Je kunt in een gegeven zin de goede hoofdletters en leestekens invullen.
  • Je kunt zelf goede zinnen maken met gebruik van 
      hoofdletters en leestekens.

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Carte mentale