Starttaal Instap A Thema 1 taak E Hoe zit dat ook alweer?

Nederlands
Starttaal instap deel A thema 1

Taak E: Hoe zit dat ook alweer? (blz 58 - 69)
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Starttaal instap deel A thema 1

Taak E: Hoe zit dat ook alweer? (blz 58 - 69)

Slide 1 - Diapositive

Hoe zit je er nu bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Spelling
eEn. les OveR HOOFDletters! en LeesTekens?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les:

- Leer je wanneer je hoofdletters moet gebruiken
- Leer je wanneer je punten, komma's en vraagtekens moet gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht - lees voor (duo's)
het is een goed idee om in de klas naast iemand te gaan zitten die je niet zo aardig vindt dat blijkt uit een onderzoek onderzoekster yvonne van den berg heeft ontdekt dat je elkaar na een tijdje vanzelf aardiger gaat vinden dat komt omdat je iemand gaat waarderen als je hem beter leert kennen denk jij ook dat je vanzelf vrienden wordt als je vaak naast iemand zit

Slide 5 - Diapositive

Startopdracht - lees voor (klas)
Het is een goed idee om in de klas naast iemand te gaan zitten die je niet zo aardig vindt. Dat blijkt uit een onderzoek. Onderzoekster Yvonne van den Berg heeft ontdekt dat je elkaar na een tijdje vanzelf aardiger gaat vinden. Dat komt omdat je iemand gaat waarderen als je hem beter leert kennen. Denk jij ook dat je vanzelf vrienden wordt als je vaak naast iemand zit? 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Leestekens
  • Punt .
Aan het einde van een zin:
De man loopt op straat. Ik maak altijd mijn huiswerk.
  • Vraagteken ?
Wanneer je een vraag stelt: 
Weet jij wat de weektaak is? Hebben we morgen vrij?
  • Uitroepteken !
Extra nadruk:
Hé, jij daar! Stop! Ik weet echt niet wat ik moet doen! Help!!!

Slide 8 - Diapositive

Actie: Opdracht 1  (blz. 58 -59)
a + b Klassikaal
c+d alleen maken

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1c
1. Wat valt er op aan
het verslag van Job?

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 1c
3. Wat is het verschil tussen een hoofdletter en andere letters van een zin?

Slide 11 - Diapositive

1c - 4.
Bij welke woorden schrijf je
een hoofdletter?

Slide 12 - Carte mentale

1d. Bij welke woorden zie je een hoofdletter?
A
Tijdens - Zomervakantie - Het - In - We - Met - Dat - Na
B
Tijdens - Zomer - Het - In - We - Met Camping - Dat - Na
C
Tijdens - Het - In - We - Na - Zee - dat
D
Tijdens - Het - In - We - Met - Dat - Na

Slide 13 - Quiz

1d
Hoeveel punten staan er in
het verslag van Job? Tel de punten.
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 14 - Quiz

Hoe zit je er nu bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Opdracht 2 - 3 - 4(blz. 60 - 63)
Lees samen de uitleg

Opdracht 2: Schrijf elke zin met hoofdletters en punten
Opdracht 3: het alfabet, hoe heb jij het geleerd?
Opdracht 4: jouw naam en van je tafelmaatje

Slide 16 - Diapositive

Schrijf de voor- en achternaam
van jouw tafelmaatje correct op

Slide 17 - Carte mentale

Opdracht 5
Samen - quiz
Welk woord heeft een hoofdletter?

Slide 18 - Diapositive

sami - jongen - vriend
A
Sami
B
Jongen
C
Vriend

Slide 19 - Quiz

merk - mode - nike
A
Merk
B
Mode
C
Nike

Slide 20 - Quiz

engeland - veerboot - zee
A
Engeland
B
Veerboot
C
Zee

Slide 21 - Quiz

baby - dochter - noa
A
Baby
B
Dochter
C
Noa

Slide 22 - Quiz

visser - ijselmeer - zeilen
A
Visser
B
IJselmeer
C
Zeilen

Slide 23 - Quiz

bloemendaal - hockey - hoofdklasse
A
Bloemendaal
B
Hockey
C
Hoofdklasse

Slide 24 - Quiz

margherita - pizza - restaurant
A
Margherita
B
Pizza
C
Restaurant

Slide 25 - Quiz

dorp - dorpslaan - markt
A
Dorp
B
Dorpslaan
C
Markt

Slide 26 - Quiz

plaatsnaam - maastricht - stad
A
Plaatsnaam
B
Sittard
C
Stad

Slide 27 - Quiz

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Opdracht 5 (blz 65-66)
Uitleg (klassikaal)
Opdracht - alleen

Klaar?
Maak de EXTRA OPDRACHT (blz. 67-68)

Slide 31 - Diapositive

Terugkijken (blz. 69)
b. 1 Wat heb je van de opdrachten
bij taak E geleerd?

Slide 32 - Question ouverte