HAVO 2 par 2.4 heeft de overheid invloed (les 2)

PARAGRAAF 2.4
Heeft de overheid invloed?
(les 2)
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PARAGRAAF 2.4
Heeft de overheid invloed?
(les 2)

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • hoe werkt de inkomstenbelasting in Nederland
  • hoe werkt de indirecte belasting 
  • hoe reken je met de BTW

Slide 2 - Diapositive

Herhalen 2.4 les 1
 wat is de rijksbegroting

welk twee soorten belastingen zijn er 

wat is verschil tussen bruto en netto loon

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
  • hoe werkt de inkomstenbelasting

Slide 4 - Diapositive

Inkomstenbelasting
Je betaalt inkomstenbelasting als je een inkomen hebt. 

De inkomstenbelasting is een voorbeeld van een progressieve belasting
Iemand met een hoog inkomen betaalt een hoger percentage belasting dan iemand met een laag inkomen.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel
  • hoe werkt de indirecte belasting

Slide 6 - Diapositive

Indirecte belastingen
Btw
Accijns
&
Milieuheffingen

Slide 7 - Diapositive

Indirecte belasting
Jij betaalt de prijs aan de verkoper,. Aan de prijs is belasting toegevoegd (BTW of Accijns)

De verkoper betaalt deze belasting aan de overheid.

Jij betaalt dus via de verkoper, indirect, belasting aan de overheid.

Slide 8 - Diapositive

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde
Indirecte belasting
9% BTW - basisbehoeften
21% BTW - overige behoeften

Verkoopprijs + btw = Consumentenprijs

Slide 9 - Diapositive

Exclusief of Inclusief BTW
De verkoopprijs is zonder BTW. Dat heet EXCLUSIEF BTW

De consumentenprijs is met BTW. Dat heet INCLUSIEF BTW

De klant betaalt de consumentenprijs!

Slide 10 - Diapositive

Inclusief BTW
Exclusief BTW

Slide 11 - Diapositive

Samenvatting
hoe werkt de inkomstenbelasting in Nederland
hoe werkt de indirecte belasting
hoe reken je met de BTW

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Lees: paragraaf 2.4 goed door.

Maken: uit je boek de vragen 58 t/m 63 (blz 54-55)

Klaar: maak de vragen in deze Lesson up.

Slide 13 - Diapositive

Oefenen
Maak de volgende oefenvragen.
Pak je boek erbij!
Als je iets niet weet, zoek het dan op in je boek.

Slide 14 - Diapositive

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 15 - Quiz

is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 16 - Quiz

De btw op een telefoon is 21%. De prijs zonder btw is €350. Bereken de verkoopprijs inclusief btw.
A
€73,50
B
€423,50
C
€276,50
D
€350

Slide 17 - Quiz

Als je in de winkel een blikje cola koopt betaal je btw. De btw zit in de winkelprijs.
Btw is een
A
directe belasting
B
indirecte belasting
C
meestal een directe belasting
D
meestal een indirecte belasting

Slide 18 - Quiz

Soms staat er bij een prijs "exclusief BTW".
Zit er nu wel BTW of geen BTW in die prijs?
A
wel BTW
B
geen BTW

Slide 19 - Quiz

Een boek kost exclusief BTW €18,-. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 21,78
B
€ 14,22
C
€ 3,78
D
€ 85,71

Slide 20 - Quiz

Voor wie de BTW
A
De winkelier
B
De klant
C
De Koning
D
De belastingdienst

Slide 21 - Quiz

is de Consumentenprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 22 - Quiz

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 23 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 24 - Quiz