Seizoenen les 1

De vier seizoenen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

De vier seizoenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

aan het einde van de les..
ken jij de 
vier seizoenen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Lente, zomer, herfst of winter?

Slide 6 - Diapositive

Zomer, winter, lente, herfst?

Slide 7 - Diapositive

Herfst, zomer, winter, lente?

Slide 8 - Diapositive

Winter, lente, herfst, zomer?

Slide 9 - Diapositive

Lente
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Zomer
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Winter
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Herfst
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

lente
zomer
herfst
winter

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Vidéo

Seizoenen oefenen.
Kies:

- lente
- zomer
- herfst
- winter

Slide 16 - Diapositive

De bladeren vallen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 17 - Quiz

Een ander woord voor voorjaar is .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 18 - Quiz

Wij schaatsen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 19 - Quiz

Er zijn veel bloemen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 20 - Quiz

Wij maken een sneeuwpop in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 21 - Quiz

De auto glijdt door de ijzel in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 22 - Quiz

Bomen krijgen bladeren in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 23 - Quiz

De zon is warm in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 24 - Quiz

Augustus is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 25 - Quiz

December is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 26 - Quiz

Mei is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 27 - Quiz

Oktober is in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 28 - Quiz

Kies de goede maand.

Sleep het goede antwoord naar het grote vak.

Slide 29 - Diapositive

januari, februari, ....... .
april
maart
mei

Slide 30 - Question de remorquage

april, mei,  ....... .
juni
juli
januari

Slide 31 - Question de remorquage

juli, augustus,  ....... .
april
november
september

Slide 32 - Question de remorquage

oktober, november, ....... .
februari
december
september

Slide 33 - Question de remorquage

april, ..............., juni.
........................., februari, maart
april
mei
september
januari

Slide 34 - Question de remorquage

.................., november, december.
juli, augustus, ....................... .
maart
oktober
september
februari

Slide 35 - Question de remorquage

Welke maand is het nu?

Slide 36 - Carte mentale

Wat was de vorige maand?

Slide 37 - Carte mentale

Wat is de volgende maand?

Slide 38 - Carte mentale

Hoeveel maanden
zitten er in een jaar?

Slide 39 - Carte mentale

In welke maand ben jij jarig?

Slide 40 - Carte mentale

je hebt geleerd..
Wat er bij de
lente, zomer, herfst
en winter hoort

Slide 41 - Diapositive

wat vond je van deze les?
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 42 - Diapositive