Het weer EIZ7

Het weer EIZ7
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Het weer EIZ7

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de datum van vandaag?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wij leren wat de seizoenen zijn
en..in welke maand is het welk seizoen??

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

seizoenen en de maanden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel seizoenen zijn er?
A
7
B
12
C
5
D
4

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijf de 4 seizoenen op

Slide 7 - Carte mentale

Welke woorden ken je al over de seizoenen?
hoeveel maanden heeft 1 jaar ?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is jouw favoriete seizoen? (zomer, herfst, lente of winter)

Slide 10 - Question ouverte

Vertel waarom dit jouw favoriete seizoen is.
mei
januari
augustus
november
april
december
juni
maart
oktober
februari
juli
september

Slide 11 - Question de remorquage

Maanden van het jaar laten noemen. Daarna in de goede volgorde zetten.
Bovenaan beginnen met december.
Welke maand hoort bij welk seizoen?
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
october
november
december

Slide 12 - Question de remorquage

Eerst de plaatjes bespreken.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
  • Verhaal lezen over de seizoenen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We lezen samen het verhaal.
Je krijgt vragen over het verhaal.

Slide 15 - Diapositive

Tekst samen lezen en kopie voor leerlingen uitdelen.
Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor weer is het vaak in de herfst?
A
Het regent en de zon schijnt
B
De zon schijnt
C
Er is mist
D
Het regent en er is mist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wolken
mist
zon
sneeuw

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de winter zijn de bomen kaal.
Ze hebben geen bladeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen de vogels in de lente?
A
Ze maken een nest en leggen een ei
B
Ze slapen
C
Ze zingen een lied
D
Ze gaan naar een warm land

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen de mensen in de zomer als het mooi weer is?
A
wandelen
B
fietsen
C
zwemmen
D
wandelen, fietsen en zwemmen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Wheel: vragen over de seizoenen.
welk seizoen is het nu?
A
zomer
B
herfst
C
lente
D
winter

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

in welke maand ben jij jarig

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wat komt na de herfst?
A
de winter
B
de zomer

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de goede volgorde?
A
herfst-winter-lente-zomer
B
herfst-zomer-lente-winter

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat komt na de winter
A
de herfst
B
de lente

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

als het regent heb je nodig
A
een paraplu
B
een ring
C
een regenjas
D
pen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar...
Pak nu je laptop en ga verder met
Diglin

succes

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Lien

Zelfstandig oefenen woorde n Quizlet.
Link in Managebac zetten of via Quizlet.com opzoeken.