Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan wij doen?
- Oefen, oefen (oefen) toets
- Hoofdstuk 7 Drugs
Slide 2 - Diapositive
Een horecabedrijf wil alcoholhoudende dranken gaan verkopen. Wie moet of moeten in dit geval in het bezit zijn van een verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne?
A
De eigenaar van het horecabedrijf
B
De leidinggevende in het horecabedrijf
C
De vaste medewerkers in het horecabedrijf
Slide 3 - Quiz
Wat betekent 'sociale hygiëne'?
A
Begrip hebben voor andersdenkenden en met respect omgaan met andere mensen
B
Rekening houden met elkaar en respect hebben voor elkaars lichamelijke en geestelijke gezondheid
C
Een goede persoonlijke lichamelijke verzorging en met respect omgaan voor elkaars geestelijke gezondheid
Slide 4 - Quiz
Wat voor bedrijf is een discotheek?
A
Een drankverstrekkend bedrijf
B
Een logiesverstrekkend bedrijf
C
Een voedselverstrekkend bedrijf
Slide 5 - Quiz
Welke P maakt deel uit van de bedrijfsformule?
A
de P van Populatie
B
de P van Presentatie
C
de P van Prestatie
Slide 6 - Quiz
Waarop zijn ongeschreven regels vaak gebaseerd?
A
op een moraal en fatsoensnormen
B
op fatsoensnormen en waarden
C
op waarden en een moraal
Slide 7 - Quiz
Welke vorm van communicatie vindt plaats in de onderstaande situatie?
Een gast trommelt met haar vingers op tafel
A
digitale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
verbale communicatie
Slide 8 - Quiz
Welk deel van de huisregel wordt hieronder weergegeven? 'verboden voor huisdieren'
A
het doel
B
de inhoud
C
de sanctie
Slide 9 - Quiz
Wat voor soort gedrag vertoont de gast in het onderstaande voorbeeld?
Een bedieningsmedewerker zegt tegen een gast dat flesjes drank niet mee naar buiten genomen mogen worden. De gast antwoordt daarop: 'Oh sorry, dat wist ik niet'.
A
A1-gedrag
B
A2-gedrag
C
B1-gedrag
Slide 10 - Quiz
Welke van de onderstaande antwoorden is een gebodsregel?
A
Het is niet toegestaan zelf meegenomen consumpties op het terras te nuttigen
B
Het is verboden de meubels op het terras te verplaatsen
C
Het is verplicht op het terras een consumptie te nuttigen
Slide 11 - Quiz
Hoe moet een bedieningsmederwerker in eerste instantie reageren op C-gedrag van een gast?
A
de gast er direct uitzetten
B
een rake opmerking terugplaatsen
C
zich niet laten provoceren
Slide 12 - Quiz
Wat is de tweede stap van het gespreksmodel 'openlijke regelovertreding'?
A
de gast een waarschuwing geven
B
ombuigen van de reactie van de gast
C
ruimte geven voor een reactie van de gast
Slide 13 - Quiz
Welke van de onderstaande beweringen over verkoop van alcoholische drank in een slijterij is juist?
A
In een slijterij mag alcoholische drank verkocht worden die ergens anders of ter plaatse gedronken wordt
B
In een slijterij mag alleen alcoholische drank verkocht worden die ergens anders gedronken wordt
C
In een slijterij mag alleen alcoholische drank verkocht worden die ter plaatse gedronken wordt
Slide 14 - Quiz
Wat is voor een horecabedrijf een manier om verantwoord alcoholgebruik te bevorderen?
A
door hapjes en nootjes te serveren
B
door happy hours te organiseren
C
door lege glazen gelijk weg te halen
Slide 15 - Quiz
Welke uitspraak over sterk alcoholhoudende drank is juist?
A
sterke drank bevat minimaal 15% alcohol
B
sterke drank bevat minimaal 20% alcohol
C
sterke drank bevat minimaal 25% alcohol
Slide 16 - Quiz
Een bedieningsmedewerker staat achter een gast en wil de gast aanspreken op zijn gedrag
Wat kan de bedieningsmedewerker het beste doen om de aandacht van de gast te krijgen?
A
de gast op de schouder tikken
B
met de stem de aandacht van de gast trekken
C
wachten tot de gast uit zichzelf omdraait
Slide 17 - Quiz
Drugs
De stof
Het effect
Het gebruik
De wet
Drugsbeleid
Slide 18 - Diapositive
De stof
Het effect
Het gebruik
De wet
Drugsbeleid
De stof
Het effect
Het gebruik
De wet
Drugsbeleid
Slide 19 - Diapositive
Opdracht:
Wat: Opdracht over drugs
Hoe: Zie het uitgegeven A4'tje
Hulp: Gebruik je sociale hygiëne boek en vraag de docent
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: Wij gaan dit klassikaal bespreken
Klaar: Lees hoofdstuk 8 door of lees de hoofdstukken door waar je minder goed scoorde op de oefentoets