herhaling 3de trim 1ste jaar

Herhaling 
3de trim
1ste jaar
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Secundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling 
3de trim
1ste jaar

Slide 1 - Diapositive

[XY] is een....
A
middellijn
B
koorde
C
straal
D
diameter

Slide 2 - Quiz

ST is een....
A
middellijn
B
koorde
C
straal
D
diameter

Slide 3 - Quiz

[MS] is een....
A
middellijn
B
koorde
C
straal
D
diameter

Slide 4 - Quiz

[ST] is een....
A
middellijn
B
koorde
C
straal
D
diameter

Slide 5 - Quiz

Hoe noteer je de cirkel hiernaast?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Hoe bereken je de oppervlakte
van een cirkel?
A
A=r2.π
B
A=2b.h
C
A=2(B+b).h
D
A=2.r.π

Slide 7 - Quiz

Bereken de omtrek van deze cirkel.
Rond af tot 0,1 nauwkeurig.
A
35,7
B
37,7
C
35,6
D
37,6

Slide 8 - Quiz


Slide 9 - Question ouverte


Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte

Deze driehoek heeft....
A
een hypotenusa en 2 rechthoekszijden
B
schuine zijden en een basis
C
basishoeken en een basis
D
benen en een schuine zijde

Slide 12 - Quiz

[GF] is ....
(tip: driehoek GFE = rechthoekige driehoek)
A
de rechte zijde
B
een rechthoekszijde
C
de hypothenusa
D
geen idee

Slide 13 - Quiz

Hoeveel bedraagt de som van alle hoeken in een driehoek?
A
90°
B
180°
C
270°
D
360°

Slide 14 - Quiz

Hoe bereken je de oppervlakte
van een driehoek?
A
A=2.r.π
B
A=2b.h
C
A=2(B+b).h
D
A=r2.π

Slide 15 - Quiz

Hoeveel scherpe hoeken heeft een rechthoekige driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 16 - Quiz

Als een driehoek twee scherpe hoeken heeft, is het een scherphoekige driehoek.
A
Juist
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Deze driehoek heeft 3 verschillende zijden, hoe noemen we deze driehoek?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Ongelijkbenige driehoek
C
Gelijkzijdige driehoek
D
Ongelijkzijdige driehoek

Slide 18 - Quiz

Dit is een.... driehoek
(volgens de zijden)
A
gelijkzijdige
B
ongelijkzijdige
C
gelijkbenige
D
geen van bovenstaande

Slide 19 - Quiz

Een rechthoekige driehoek kan nooit een ongelijkbenige driehoek zijn.
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Een hoogtelijn gaat door een hoekpunt van een driehoek.
A
altijd
B
soms
C
nooit
D
geen idee

Slide 21 - Quiz

Hoeveel scherpe hoeken heeft een scherphoekige driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 22 - Quiz

Deze driehoek heeft 2 zijden die gelijk zijn. Hoe noemen we deze driehoek?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Ongelijkbenige driehoek
C
Gelijkzijdige driehoek
D
Ongelijkzijdige driehoek

Slide 23 - Quiz

Als een driehoek drie verschillende zijden heeft, is het een ongelijkbenige driehoek.
A
Juist
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Een middelloodlijn gaat door een hoekpunt van een driehoek.
A
altijd
B
soms
C
nooit
D
geen idee

Slide 25 - Quiz

Als een driehoek 2 gelijke zijden heeft, is het een gelijkbenige driehoek.
A
Juist
B
Fout

Slide 26 - Quiz

Hoeveel scherpe hoeken heeft een stomphoekige driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 27 - Quiz

In een stomphoekige driehoek kunnen er twee stompe hoeken zijn.
A
Juist
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Een gelijkzijdige driehoek kan een rechte hoek hebben.
A
Juist
B
Fout

Slide 29 - Quiz

EF is .... van [EF] in driehoek GFE.
A
de drager
B
de zijde
C
een rechthoekszijde
D
de hypotenusa

Slide 30 - Quiz

Geef het kleinste veelvoud van 7
A
0
B
7
C
1
D
14

Slide 31 - Quiz

Geef het grootste veelvoud van 7
A
7
B
70
C
niet te bepalen
D
0

Slide 32 - Quiz

Er zijn oneindig veel delers van 124
A
waar
B
vals

Slide 33 - Quiz

6 is een deler van 66
A
waar
B
vals

Slide 34 - Quiz

Er bestaan getallen die geen delers hebben
A
waar
B
vals

Slide 35 - Quiz

Welk getal is steeds de kleinste deler?
A
dit is niet altijd hetzelfde getal
B
0
C
1

Slide 36 - Quiz

De hoogte van een cilinder is 7cm en de diameter is 0,2dm. Bereken het volume. Rond af tot op het geheel.

Slide 37 - Question ouverte