Steden en burgers - les 1

Steden en burgers - les 1
herhaling kenmerkende aspecten tijdvak 3 en 4
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Steden en burgers - les 1
herhaling kenmerkende aspecten tijdvak 3 en 4

Slide 1 - Diapositive

Kenmerkende aspecten tijdvak 3
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa 

Slide 2 - Diapositive

Dit is ons startpunt
  • Het christendom is verspreid door heel Europa. 
  • met aan de randen van Europa de islam
  • Het bestuur is feodaal georganiseerd. Leenmannen maakten van hun leengoed vaak iets overerfbaars, waardoor de macht van de koningen minder was.
  • Veel mensen zijn boer, en weinig mensen hebben vrijheid.
  • De invasies van buitenlandse heersers zijn nagenoeg voorbij.
  • De kerk heeft veel macht.

Slide 3 - Diapositive

Kenmerkende aspecten tijdvak 4 - hier gaan we naar toe..
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving 
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden 
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie 
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten

Slide 4 - Diapositive

Welke dingen veranderen en welke dingen blijven hetzelfde?
Tijdvak 3 en 4
Continuiteit en verandering

Slide 5 - Diapositive

Verschillen en overeenkomsten
  • Verschil: van vooral boeren, naar steden
  • Verschil: van politieke leiders met weinig macht, naar politieke leiders die streven naar veel macht.
Overeenkomst: Religie is nog steeds belangrijk

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Leerdoel
Je weet waar en waardoor in de Nederlanden in de 11e eeuw de bevolkingsgroei versnelde.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Door de veranderende landbouw (veel ontginningen, drieslagstelsel, uitvindingen) groeit de bevolking aanzienlijk. 
Enkele gevolgen hiervan:
  1. - heropleving van de handel en ambacht
  2. - ontstaan / groei van steden (mensen van het platteland trekken naar de stad) agragrisch urbane samenleving.
  3. - herstel van de monetaire economie (had enkele eeuwen op een laag pitje gestaan; geld of goud was er eigenlijk alleen bij de (rijke) heren / edelen.

Gevolg voor de Nederlanden: 
  • Vlaanderen (en Brabant) wordt een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa (Atrecht, Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen)

Slide 10 - Diapositive

leerdoel
Je kan het voorbeelden uitleggen hoe de bevolkingsgroei leiden tot specialisatie en beroepen, handel en de groei en stichting van steden.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Samenvatting
Vanaf de 11e eeuw deed zich in Europa een aantal veranderingen voor. De landbouw veranderde, de bevolking groeide, de handel bloeide op en er ontstond weer een monetaire economie van grotere omvang. 
In het noorden ontwikkelde vooral Vlaanderen zich tot een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa.

Slide 15 - Diapositive

Leerdoel
Je kan uitleggen dat steden zelfstandiger worden doordat zij als gevolg van een groeiende economische macht, stadsrechten konden verwerven.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Samenvatting
Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten stedelingen zelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Vanwege hun marktfunctie vertakte het netwerk tussen die steden en het verzorgingsgebied zich steeds fijner. Om zichzelf in stand te houden had de stad een constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of kundige aspirant-poorters. 

Slide 19 - Diapositive