Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Burgerschap wonen: etiketten
Slide 1 - Diapositive
Etiketten op voeding lezen
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Je leert hoe je een etiket van een product moet lezen
Je leert welke informatie op een product staat
Slide 3 - Diapositive
Kun jij al enkele dingen noemen die op een etiket staan.
Slide 4 - Carte mentale
Naam van het product
De inhoud
Hier staat het gewicht zonder de verpakking. Vaak is dit in gram of liters. Als er een E voor staat , betekent dat ongeveer.
Allergie informatie
Sommige mensen zijn overgevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen. Dit noemen we allergie.
Houdbaarheidsdatum
THT betekent: Ten Minste Houdbaar Tot (met datum) Tot en met die datum garandeert de fabrikant de kwaliteit van het product. Je kan verse producten zoals melk en vlees niet ao lang bewaren, omdat ze snel bederven
Voedingswaarde
Hier staat de hoeveelheid eiwitten, koolhydraten, vetten en energie die in het product zit. Meestal per 100 ml of 100 gram
streepjescode
De streepjescode is nodig voor het afrekenen bij de kassa
Ingrediënten
Het ingrediënt dat bovenaan staat is het hoofdingredíënt. De E staat voor hulpstoffen zoals bijvoorbeeld E120. Hulpstoffen zijn conserveermiddelen, kleur-, geur- en smaakstoffen.
Slide 5 - Diapositive
Wat staat er het eerste bij de ingrediënten?
A
Wat het lekkerste is
B
Wat er het minst in zit?
C
Wat er het meest inzit
D
Wat er niet inzit
Slide 6 - Quiz
Welk ingrediënt zit het meest in de vanillevla op de volgende slide?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Waarvoor is de streepjescode?
A
Om af te rekenen
B
Om te zien waar het product vandaan komt
C
Om te zien hoeveel erin zit
D
Om te zien wat er in het product zit
Slide 9 - Quiz
Wat betekent " een allergie hebben"
A
Dat je ziek wordt van bepaalde producten
B
Dat je iets lekker vindt
Slide 10 - Quiz
Wat betekent THT?
A
Tijd Houdbaarheid Tenminste
B
Tenminste Houdbaar Tot
C
Tot Hier Tenminste
Slide 11 - Quiz
Pak thuis een voedingsmiddel met een etiket. Maak een foto van het etiket en stuur die door.