Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
§ 2 Opkomst van het nationaalsocialisme
Slide 1 - Diapositive
Samenvattingsvragen paragraaf 2
Wat waren de belangrijkste ideeën van de nationaal socialisten?
Hoe maakte de nazi van Duitsland en totalitaire staat?
Hoe was het leven voor joden in nazi-Duitsland
Slide 2 - Diapositive
wat weet je nog van de dolkstootlegende?
Slide 3 - Carte mentale
2.1| Ideeën van de nationaalsocialisten
Slide 4 - Diapositive
Dieptepunt 1933
- 8 miljoen werklozen
- geen daadkrachtige regering, hielden het niet langer dan 2 jaar vol.
gunstig voor: NSDAP
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij.
Slide 5 - Diapositive
Steeds meer aanhangers voor de NSDAP
Hitler belooft:
Economisch herstel;
Schande van het verdrag van Versailles ongedaan maken.
Een Duitsland om trots op te zijn.
Slide 6 - Diapositive
Ideeën Hitlers' NSDAP:
Anti-democratisch
Één sterke leider
Rassenleer
Het Arische ras is beter dan andere rassen.
Antisemitisme
'Jodenhaat'
Slide 7 - Diapositive
Nationaalsocialisme
Geloof in 1 sterke leider
Hitler geloofde in een rassenleer.
= het idee dat er meerdere rassen zijn en het ene ras beter is dan het andere.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Antisemitisme, iets van alle tijden?
Antisemitisme betekent: haat tegen Joden
Oudheid: weigeren keizer verering en worden gezien als 'moordenaars van Jezus'
Middeleeuwen:Joden worden bij rampen ( de pest) gezien als schuldigen
Slide 10 - Diapositive
Antisemitisme, iets van alle tijden?
20e eeuw:"De Joden zijn schuldig aan nederlaag Eerste Wereldoorlog en economische crisis"
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
archive.org
Slide 13 - Lien
2.2| Duitsland wordt een totalitaire staat
Slide 14 - Diapositive
NSDAP
Nationaalsocialisten of nazi's
Door de crisis van 1929 en slimme propaganda groeide te partij snel.
1932 verkiezingsoverwinning
Slide 15 - Diapositive
Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
NSDAP wordt grootste partij, maar had geen meerderheid
Slide 16 - Diapositive
Rijksdagbrand
27 februari 1933
Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...
Slide 17 - Diapositive
Hitler wordt dictator
1933: Parlementsgebouw in brand
Hitler krijgt tijdelijk de macht om ze aan te pakken.
Zodra hij aan de macht is... schaft hij de democratie af! NSDAP nog enkel toegestaan...
Alleenheerser in een totalitaire samenleving
Slide 18 - Diapositive
Kenmerken Duitsland als totalitaire staat
1. Duitsland wordt een dictatuur
2. Er was sprake van gelijkschakeling
3. De nazi's gebruikten terreur
Slide 19 - Diapositive
1. Duitsland wordt een dictatuur
Dictatuur: Een manier van regeren waarbij één persoon of kleine groep alle macht heeft.
Persoonsverheerlijking: Een mens als een soort God vereren.
Kenmerken totalitaire staat onder Hitler:
2. Gelijkschakeling: de gedachten en het gedrag van de bevolking controleren en aan passen aan de ideeën van de nazi's -> door censuur / propaganda en indoctrinatie
Indoctrinatie: Continu je mening en ideeën aan andere op dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven.
Hitlerjugend: jongens leren marcheren en met wapens om te gaan.
Bund Deutscher Mädel: meisjes leren hun taak als moeder en huisvrouw
3. Terreur De nazi's gebruikten verschillende groepen om macht te houden.
Gestapo: de geheime politie in nazi-Duitsland
SA: Knokploegen, zij intimideerden politieke tegenstanders
SS:In het begin een soort lijfwacht
Slide 20 - Diapositive
Bund Deutscher Mädel
Hitlerjugend
Slide 21 - Diapositive
2.3| Joden in Nazi-Duitsland
Slide 22 - Diapositive
Neurenberger Rassenwetten
1935
Deze wetten moesten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.
Deze wetten waren bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'
Slide 23 - Diapositive
Kristallnacht 9 november 1938
Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Antisemitisme in nazi-Duitsland
1935: Neurenberger rassenwetten (discriminerende wetten tegen de Joden) het werd joden verboden om:
Te trouwen met mensen van Duits of Arisch bloed.
Een seksuele relatie te hebben met Duitsers of Ariërs.
Vrouwelijke burgers van Duits of Arisch bloed in dienst te hebben.
1938: Kristallnacht Joodse winkels / synagoges en huizen worden in brand gestoken. Joden worden in elkaar geslagen en vermoord.