Les 1 H7 5wisA

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

klas 5 wiskunde A

klas 5 wiskunde A

Kennismaken

Wat verwacht je van dit jaar?

Wat verwacht je van mij?

Wat verwacht ik van jullie?

Welke afspraken maken we over het gebruik van de mobiele telefoon in de klas?

Wat heb je nodig?

Boek (deel 2 en 3)

Digitale omgeving (uitwerkingen, video's, oefentoetsen)

GR

Lessonup

lessonup

download de lessonup app

meld je aan bij je klas: klascode mmrww

weektaak

huiswerk(controle)

hoe zien mijn lessen eruit?

Inhoud

PTA (SE's)

H7 t/m 11

H7: kansrekening, H8: rijen en veranderingen,

H9: kansverdelingen, H10: differentieren,

H11:toetsen van hypothesen

Hoofdstuk 7 Kansrekening

Een kansexperiment omzetten naar " knikkers in een vaas"

Hoofdstuk 7 Kansrekening

Een kansexperiment omzetten naar " knikkers in een vaas"

Kansen berekenen met de complementregel

Hoofdstuk 7 Kansrekening

Een kansexperiment omzetten naar " knikkers in een vaas"

Kansen berekenen met de complementregel

Onderscheid "met terugleggen" en "zonder terugleggen"

Hoofdstuk 7 Kansrekening

Een kansexperiment omzetten naar " knikkers in een vaas"

Kansen berekenen met de complementregel

Onderscheid "met terugleggen" en "zonder terugleggen"

Vuistregel voor een kleine steekproef in een grote populatie

Hoofdstuk 7 Kansrekening

Een kansexperiment omzetten naar " knikkers in een vaas"

Kansen berekenen met de complementregel

Onderscheid "met terugleggen" en "zonder terugleggen"

Vuistregel voor een kleine steekproef in een grote populatie

De kansverdeling van een toevalsvariabele

H7 voorkennis

A: De productregel en de somregel

B: Een experiment twee of meer keer uitvoeren

C: Rekenen met combinaties

lessonup

download de lessonup app

meld je aan bij je klas: klascode mmrww

Een viervlaks- en een gewone dobbelsteen. Bereken de kans op twee drieën.

1. 1/12
2. 1/24
3. 5/12
4. geen idee

Wat betekent "onafhankelijk" bij een kansexperiment?

Joost gooit 4 keer met een dobbelsteen. Wat is de kans dat hij geen enkele 6 gooit?

1. 0,482
2. 0,167
3. 0,0007
4. 0,240

Wanneer is er sprake van combinaties en wanneer van permutaties?

In een vaas zitten 8 rode en 12 witte knikkers. Johan pakt er 4. Hoeveel viertallen zijn er met 3 rode knikkers?

1. 56
2. 1140
3. 672
4. 220

huiswerk

vrijdag 24/8

mk VK opg 2,4,6

weektaak 34/35:

mk opg VK 2,4,6, opg H7 2,3,4,6,7, 13 t/m 18,

extra opg 5,10,11,12, uitdaging opg 19