Executieve vaardigheden - introductie

• Studievaardigheden
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Executieve Functies

Waarom zijn ze belangrijk voor jou?

Kunde

Eerst bespreken we deze vraag samen:

Wat moet je allemaal kunnen om een tenniswedstrijd te winnen?

Wat moet je allemaal kunnen om een tenniswedstrijd te winnen?

Executieve functies

Bij de vorige vraag hebben we het gehad over welke uitvoerende vaardigheden je moet beschikken om iets te kunnen (in dit geval een tenniswedstrijd winnen).

Zulke uitvoerende vaardigheden noemen we 

executieve functies.

Executieve functies...

... heb je nodig bij alles wat je doet. Ook bij allerlei schoolactiviteiten komen jouw executieve functies kijken.

In deze les...

... gaan we kennismaken met de verschillende 

executieve functies (EF).

Je zult meer inzicht krijgen in je eigen EF.

Opdracht 1 

1. Kies bij alle 32 vaardigheidsbeschrijvingen aan of jij dit 

• al goed kunt 
• (nog) moeilijk vindt
• er tussenin zit (soms lukt het wel, soms nog niet)

11 Executieve functies

Bespreek met de leerlingen dat ze net stellingen / vaardigheden hebben bekeken die passen bij de executieve functies. Die gaan we nu bespreken. 

1. Ik pas me makkelijk aan als er iets verandert

2. Ik pas me aan anderen aan, zonder mezelf tekort te doen

3. Ik schakel makkelijk tussen verschillende activiteiten

4. Ik zorg dat mijn (school)werk zich niet opstapelt

5. Ik kan andere dingen (ook leuke) bewaren voor later

6. Ik kan mezelf ertoe zetten aan het werk te gaan

7. Ik vind het makkelijk om aan het werk te blijven

8. Ik wil graag een resultaat halen waar ik tevreden over ben

9. Ik kan goed mijn eigen doel en aanpak bepalen als een opdracht open is

10. Ik houd makkelijk mijn aandacht bij mijn werk

11. Ik maak mijn werk af

12. Ik blijf rustig in gespannen situaties, zoals ruzies of een belangrijke toets

13. Ik blijf rustig als iets anders gaat dan verwacht

14. Ik spreek mijn gevoelens uit als dat nodig is

15. Ik denk na of wacht even voor ik iets zeg of doe

16. Ik denk na over de gevolgen van wat ik zeg of doe

17. Ik wacht rustig tot het moment dat iets kan of mag

18. Ik weet hoe ik het beste leer

19. Ik zoek bronnen of hulp als ik ergens niet uitkom

20. Ik bekijk mijn werk en mijn aanpak om van te leren

21. Ik onthoud wat ik heb afgesproken

22. Ik onthoud wat ik nog moet doen

23. Ik onthoud bij een grote opdracht de informatie die ik nodig heb

24. Ik schat realistisch in hoe lang 

iets duurt

25. Ik neem de tijd voor wat ik 

moet doen

26. Ik verdeel mijn tijd goed over wat ik moet doen

27. Ik richt mijn werkplek zo in dat 

 ik goed kan werken en leren

28. Ik zorg ervoor dat ik de benodigde spullen bij de hand heb

29. Ik orden belangrijke informatie

30. Ik zorg voor overzicht als er veel te doen is

31. Ik weet wat ik als eerste ga doen als ik druk ben

32. Ik zorg voor structuur bij een grote opdracht die lang duurt. 

Nog even een keer op een rij 

- Flexibiliteit

- Taakinitiatie

- Doelgericht doorzettingsvermogen

- Volgehouden aandacht

- Emotieregulatie

- Reactie-inhibitie

- Metacognitie

- Werkgeheugen

- Time management

- Organisatie

- Plannen

Welke vind jij het lastigst?

Huiswerk

Houd deze week bij wanneer je welke EF gebruikt. 

Kruis dit aan op de bingokaart