Voltooid tegenwoordige tijd

Herzlich willkommen 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herzlich willkommen 

Slide 1 - Diapositive

Drücken Sie bitte die Eins!
was
Seite 104 Aufgabe 5
wie
Einzelarbeit
Hilfsmittel
Vokabeln
Zeit
Wir hören zweimal 
Ziel
Hörverstehen 

Slide 2 - Diapositive

Schritt 13 Freizeit
was
Seite 108 Aufgabe 1
wie
Einzelarbeit
Hilfsmittel
Tekst/Vokabeln
Zeit
3 minuten nadat we naar de tekst hebben geluisterd 
Ziel
lesen / luisteren 
Fertig?
Schritt 16 Seite 128
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Redemittel
was
Seite 109 Aufgabe 2B
wie
Einzelarbeit
Hilfsmittel
Redemittel
Zeit
3 minuten 
Ziel
Redemittel üben 
Fertig?
Schritt 16 Seite 128
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Voltooid tegenwoordige tijd
Hebben / zijn + voltooid deelwoord

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welk hulpwerkwoord gebruik je?

In het Nederlands gebruiken we hebben en zijn.
In het Duits gebruiken we haben en sein. Die zijn vaak hetzelfde als het Nederlands.
Ich habe gespielt = ik heb gespeeld
Ich bin gewesen = ik ben geweest

Slide 7 - Diapositive

hoofdregel:

haben /sein + ge + stam + t

ich habe gewohnt 
ich habe gelernt

Slide 8 - Diapositive

Wanneer schrijf je ge-stam-et?
bij een stam op -t of -d een extra e.
 - er hat gearbeitet
Ook bij de werkwoorden atmen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen gebeurt dit.
 - er hat geöffnet

Slide 9 - Diapositive

Wanneer gebruik je geen ge-?
Net als het Nederlands:
betalen - betaald / bezahlen -bezahlt
vertellen - verteld / erzählen - erzählt
overnachten -overnacht / übernachten- übernachtet

Slide 10 - Diapositive

Wanneer gebruik je geen ge-?
Maar in het Duits ook werkwoorden, die eindigen op -ieren
fotografieren - er hat fotografiert
passieren - es ist passiert
studieren - er hat studiert

Slide 11 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Van sterke werkwoorden moet je leren hoe de klinker verandert.  In de Lernliste staan ze erbij.
bijv. schwimmen - geschwommen
schreiben -geschrieben

Slide 12 - Diapositive

Üben
was
Seite 110 Nr. 3 + Übungsblatt 
wie
zu zweit (fluisteren)
Hilfsmittel
Vokabeln / Grammatik 
Zeit
10 Minuten 
Ziel
Grammatik verstärken 
Fertig 
Seite 112 Aufgabe 6  / Schritt 16 

Slide 13 - Diapositive