Het molecuulmodel voor geuren

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Het ruiken van moleculen

Leerdoelen

• Je kent het molecuulmodel
• Je weet de betekenis van de woorden: molecuul, binding, verbinding, atoom.
• Je herkent stoffen
• Je herkent aan een molecuul wanneer deze ontleedbaar is en wanneer deze niet-ontleedbaar is.
• Je kent de basis molecuulformules

het volgende filmpje is van het gas koolstofdioxide

s = solid = vaste stof

l = liqiud = vloeistof

g = gas = gas

De aantrekking tussen moleculen onderling noemen we vanderwaalskrachten.

Een ander woord voor molecuul is verbinding.

In het Engels: compound 

Tussen de waterstofatomen (wit) en het zuurstofatoom (rood) zitten bindingen.

Let dus op het verschil tussen de woorden binding en verbinding

Tussen de waterstofatomen (wit) en het koolstofatoom (zwart) zitten bindingen.

Let op het verschil tussen de woorden binding en verbinding

(deze moleculen zitten in aardgas)

Tussen de zuurstofatomen (rood) zitten bindingen.

Let dus op het verschil tussen de woorden binding en verbinding

Let op! Bij een binding tussen twee zuurstofatomen onderling ontstaat:

de stof zuurstof = de verbinding zuurstof

In de natuur komt zuurstof enkel in deze vorm (dus als verbinding) voor 

Let op! Bij een binding tussen waterstofatomen ontstaat de stof waterstof = de verbinding waterstof

In de natuur komt waterstof dus enkel in deze vorm (H2) voor 

Let op! Bij een binding tussen twee waterstofatomen onderling ontstaat:

de stof waterstof = de verbinding waterstof

In de natuur komt waterstof enkel in deze vorm (dus als verbinding) voor 

naam atoomsoort            symbool

zuurstof                                O

waterstof                              H

O

H

H

zie boven

naam atoomsoort            symbool

zuurstof                                O

waterstof                              H

O

H

H

zie boven

rechtonder de

H staat een 2

3 want drie watermoleculen.

Hoe geef je de drie watermoleculen weer in molecuulformules ?

Hoe geef je in formules aan dat er drie watermoleculen zijn?

1. 3H​2​​O
2. H​2​​O​3​​
3. H​6​​O​3​​
4. 3h​2​​o

zie figuur

Zuivere stof of mengsel ?

1. zuivere stof
2. mengsel

Zuivere stof of mengsel ?

1. zuivere stof
2. mengsel

Zuivere stof of mengsel ?

1. zuivere stof
2. mengsel

Welke atoomsoorten zie je hier ?

1. zuurstof, waterstof en koolstof atomen
2. zuurstof, koolstof en stikstof atomen
3. zwavel, waterstof en zuurstof atomen
4. zuurstof, zwavel en koolstof atomen

goed gedan !

Hoeveel atomen tel je hier ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Hoeveel soorten stoffen tel je hier ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Hoeveel verbindingen tel je hier ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Hoeveel bindingen tel je hier ?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

onteleedbaar of niet-ontleedbaar ?

Een ontleedbare stof: 

              bestaat uit twee of meer verschillende soorten atomen

Een niet-ontleedbare stof:

                                     bestaat uit één soort atomen

Hoeveel ontleedbare verbindingen tel je hier ?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

uitleg:

Deze drie stoffen:

- Stikstof (N₂) blauw

- Zuurstof (O₂) rood

- Waterstof (H₂) wit

Komen in de natuur enkel als als verbinding tussen twee atomen voor. Stoffen die uit dezelfde soort atomen bestaan zijn niet-ontleedbaar. dus antwoord A: 0 stoffen.

Hoeveel verschillende stoffen tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel soorten ontleedbare verbindingen tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel atoomsoorten tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel soorten ontleedbare stoffen tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk bekend gasmengsel wordt hier uitgebeeld ?

1. zuurstof (g)
2. stikstof (g)
3. drijfgas (g)
4. lucht (g)

Wat is de naam van de blauwe verbindingen in dit mengsel ?

1. zuurstof (g)
2. stikstof (g)
3. drijfgas (g)
4. lucht (g)

Hoeveel watermoleculen tel je hier ?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Geef de namen van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.

1. methaan en zuurstof
2. metaan en zuurstof
3. koolwaterstof en zuurstof
4. koolstofdioxodide en zuurstof

Geef de molecuulformules van de twee soorten stoffen die hier te zien zijn.
(Gebruik de tabel uit H2.1)

1. CH​4​​O​2​​
2. CH​4​​,  O​2​​
3. CH​4​​,  H​2​​
4. HC​4​​,  O​2​​

als laatste vragen....
Ik vond deze interactieve opdracht nuttig

😒🙁😐🙂😃

als ik deze opdracht nogmaals maak haal ik een nog veel betere score

😒🙁😐🙂😃

Ik weet het verschil tussen een binding en een verbinding

😒🙁😐🙂😃

Ik weet het verschil tussen een ontleedbare stof en een niet-ontleedbare stof.

😒🙁😐🙂😃

Wat zou je de komende lessen nog willen leren ?