G2 - Cours 9 - Verbe 'faire'


On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • .... weet ik of ik de voorzetsels landen/steden & werkwoorden op -er genoeg beheers.
  • ....kan ik een complete, correcte, Franse zin maken.
  • ....kan ik zeggen wat iemand doet/maakt.

1. Telefoon > telefoontas
2. Spullen op tafel
3. Ouvre Lessonup.app 
timer
1:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • .... weet ik of ik de voorzetsels landen/steden & werkwoorden op -er genoeg beheers.
  • ....kan ik een complete, correcte, Franse zin maken.
  • ....kan ik zeggen wat iemand doet/maakt.

1. Telefoon > telefoontas
2. Spullen op tafel
3. Ouvre Lessonup.app 
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Le programme
  • Les devoirs: 19,24,26 [5 min ]
  • Quiz: voorzetsels landen & steden + ww. -er [ 10 min]
  • Faites: exercices 27+28+29 [ 15 min]
  • Quizlet live [5 min ]

Les devoirs - het huiswerk
  • Exercices 27+28+29
  • Apprendre 7+8

Slide 2 - Diapositive

Vul het juiste voorzetsel in:
Je vais .......Irlande
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 3 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
J'habite ..... Pays-Bas
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 4 - Quiz

Vul het juiste voorzetsel in:
Nous avons été .....Rome
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Vous..........(parler)
A
parle
B
parlons
C
parlez
D
parlent

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Tu...........(parler)
A
parle
B
parlons
C
parles
D
parlent

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Ils..........(parler, p.c.)
A
ont parlé
B
parlons
C
ont eu parlé
D
parlent

Slide 8 - Quiz

Construction de la phrase
Volgorde zin: onderwerp - werkwoordelijk gezegde - lijdend vw-bepalingen
Exemple: "La piscine est en face de la gare"
Extra uitleg zinsopbouw, klik op deze link

Faites: exercice 27, p.22-23
> Cirkel 1 = onderwerp (sujet)
> Cirkel 2 = werkwoordelijk gezegde (verbes)
> Cirkel 3 = lijdend voorwerp (cod)
--> utilisez apprendre 7
timer
8:00

Slide 9 - Diapositive

Verbe: faire
1. Regardez la vidéo sur la page suivante
(bekijk het filmpje op de volgende pagina)
2. Écrivez le verbe 'faire' dans vorte cahier
(schrijf tijdens het filmpje het werkwoord 'faire' in je schrift', zet de Nederlandse vertaling ernaast. Zie apprendre 8)
3. Na het filmpje maak je exercice 28, p.23
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Verbe faire (2)
Exercice 29
> faire du camping = kamperen
> Vraag: ik kampeer 
--> vervoeg het werkwoord 'faire'
> Antw: "Je fais du camping"
timer
8:00

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs
  • Exercice 27 [la voiture vient me chercher à l'arrêt]
    > Utilisez apprendre 7
  • Exercice 28
    > Utilisez: apprendre 8
  • Exercice 29
    > Utilisez: apprendre 8
  • Étudiez: apprendre 7+8
    > Quizlet
timer
5:00
Contrôle des devoirs
> als je je naam hoort
> schrift naar docent

Slide 13 - Diapositive

Check: Objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les .....
.... weet ik of ik de voorzetsels landen/steden  goed beheers ....weet ik of ik de werkwoorden op -er correct kan vervoegen 
....kan ik een complete, correcte, Franse zin maken.
....kan ik zeggen wat iemand doet/maakt.

Slide 14 - Diapositive

Sortir de la salle de classe
Verlaten klaslokaal:
  • Laptop dicht
  • Spullen in de tas
  • Papiertjes etc opruimen (ook grond)  & in prullenbak/papierbak
  • Tafel recht 
  • Stoel aanschuiven
  • Blijven zitten tot de bel gaat

Slide 15 - Diapositive

Verbuga.eu
  • Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
  • Tijden: présent & passé composé
  • Onregelmatige: avoir & être
  • Regelmatige: parler & regarder
  • > Bevestig
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive