Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
1.4 De basis van de tuin aanleggen
Slide 1 - Diapositive
Lesplan
Terugkijken Leerdoelen Technieken om een tuin aan te leggen Gras leggen of zaaien? Wat staat er op een beplantingsplan Plantverbanden Praktijk: Uitzetten en klinkers straten
Slide 2 - Diapositive
Een bouwhaak staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening
Slide 3 - Quiz
Een tulpenbol staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening
Slide 4 - Quiz
Zand staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening
Slide 5 - Quiz
Pootlijn
Jalon
Baak
Bouwhaak
Piket
Waterpas
Slide 6 - Question de remorquage
Liniaal
Duimstok
Rolbandmaat
Rolmaat
Lasermeetapperatuur
Slide 7 - Question de remorquage
Leerdoelen
Ik weet waarvoor een afscheiding in een tuin kan dienen.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen gras leggen en gras zaaien.
Ik kan een eenvoudige afrastering plaatsen.
Je kunt een grasveld aanleggen.
Je kunt aan bestrating aanleggen.
Je weet hoe je de bodem van een tuin kunt verbeteren.
Je kunt op basis van een beplantingsplan een tuin aanplanten.
Je kunt verschillende plantverbanden toepassen.
Slide 8 - Diapositive
Technieken om een tuin aan te leggen
Verschillende verhardingen:
Halfsteensverband
Keperverband
Kwartsverband
Elleboogverband
Slide 9 - Diapositive
Gras leggen of zaaien?
Gras leggen
Voordelen:
Meteen groen
Snel beloopbaar
Worden onkruidvrij geleverd
Nadelen
Hoge kosten
Weinig keuze in grassoorte
Gras zaaien
Voordelen:
Goed af te stemmen op gebruiksdoel
Goedkoop
Nadelen
Je mag 6 weken niet op het perceel lopen
Het inzaaien moet zorgvuldig gebeuren
Slide 10 - Diapositive
Welke van deze materialen laat het meeste water door aan de grond. Sleep ze van veel naar weinig
Hout
Strooisel
Gras
Klinkers
Slide 11 - Question de remorquage
Wat staat er in een beplantingsplan
Beplantingsplan: Tekening op schaal met waar welke plant komt.
Beplantingslijst: genummerde lijst met plantnamen en aantallen voor elk plantvak.
Eindbeeld: Hoe een volgroeide plant eruit ziet.
Slide 12 - Diapositive
Verschillende soorten planten
Houtachtige planten
Vanaf de bodem vertakt dan een Heester of struik
Eerst een stam dan is het een boom.
Kruidachtige planten
Eenjarig
tweejarige of meerjarige die in de winter afsterven komen in het voorjaar weer op
Slide 13 - Diapositive
Vaste plant met lijnvormige bladeren, bloeit met een aar, wintergroen
Jonge scheuten kruidachtig, rest vaak verhout, worden vastgehouden door hechtwortels, ranken of ze draaien ergens omheen
Kruidachtig, bladeren en takken vers en groen, vaak rijkbloeiend, sterft vaak af in de winter
Bolvormig deel van een plant die onder de grond groeit.
Vertakking vanaf de grond, laag in de plant verhout.
Houtachtig duidelijke stam.
Slide 14 - Question de remorquage
Plantverbanden
Slide 15 - Diapositive
Welk type bodem moet je het meest verbeteren met bijvoorbeeld compost?
A
Zandgrond
B
Kleigrond
C
Veengrond
Slide 16 - Quiz
Waarom is de ene boom op de tekening veel groter dan de andere bomen?
A
Dan wordt de tekening afwisselender.
B
De boom staat voorin de tuin dus ljkt groter.
C
Zodat je kunt zien dat er onder de boom een andere plant staat.
D
De tekening is op schaal. De boom wordt in werkelijkheid ook veel groter dan de andere.