2024_week9_1mh_(on)bepaalde lidwoorden

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus 
  • laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/Heft/Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer gestopt is zie ik iedereen de woordjes van Lektion 6 op blz. 45 schrijven

Slide 2 - Diapositive

Wörter schreiben
- Schrijf de woordjes en redemittel van Lektion 6 op blz. 45 herhaaldelijk op
- Van NL-DU en DU-NL
timer
8:00

Slide 3 - Diapositive

Wörter Lektion 6 abfragen

Slide 4 - Diapositive

Was machen wir heute?
  • Wörter schreiben und abfragen
  • Erklärung Artikeln
  • An die Arbeit 
  • Lesen und Hören
  • Abschluss/ Hausaufgaben

Slide 5 - Diapositive

Lernziel

  • Aan het einde van de les weet je welk bepaald lidwoord der, die of das je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.
  • Welk onbepaald lidwoord ein, eine, kein, keine je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.

Slide 6 - Diapositive

Welke lidwoorden?
Bepaalde lidwoorden de en het 

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
  •  der, die, das, die
  • der
  • die
  • das
  • die

Slide 7 - Diapositive

Wanneer mannelijk?
  • Mannelijke personen, dieren en beroepen
  • de dagen
  • de seizoenen
  • de maanden
  • de dagdelen

Slide 8 - Diapositive

Wanneer vrouwelijk?
  • vrouwelijke personen, dieren en beroepen
  • woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -e

Slide 9 - Diapositive

Wanneer onzijdig?
  • woorden die in het Nederlands -het woorden zijn, zoals het huis (das Haus), het paard (das Pferd).
  • verkleinwoorden: deze woorden eindigen op -chen en -lein. Het meisje (das Mädchen), het boekje (das Buchlein)

Slide 10 - Diapositive

Onbepaald lidwoord
een of geen
  • ein of eine 
  • kein of keine

Slide 11 - Diapositive

An die Arbeit

  • Machen im Buch: 

- Aufgabe 10 auf Seite 32 (Kies ein/eine of kein/keine)
- Aufgabe 11 auf Seite 32 (Vertaal het Nederlandse woord voor de zin. Kijk naar het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Deze staat erachter. (o), (m), (v) of (mv)).

  • Hilfe: Grammatik D op blz. 31
  • Wie? Eerste 6 minuten in stilte 
  • Fertig? Maak opdracht 2 op blz. 33 met behulp van de Lernbox Lektion 5 op blz. 44. Kies de juiste vertaling. 
timer
12:00

Slide 12 - Diapositive

Hören Aufgabe 3, Seite 34
  • We luisteren naar 2 audiofragmenten 
  • We lezen eerst per fragment de uitspraken
  • We luisteren naar de fragmenten en tijdens het luisteren moet je per bewering omcirkelen wat het juiste antwoord is.

Slide 13 - Diapositive

Leseaufgabe
  1. We lezen samen de tekst op blz. 34
  2. We maken samen opdracht 4

Slide 14 - Diapositive

Lernziel
- Aan het einde van de les weet je welk bepaald lidwoord der, die of das je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.
- Welk onbepaald lidwoord ein, eine, kein, keine je gebruikt voor de zelfstandige naamwoorden, doordat je opdrachten maakt.

Slide 15 - Diapositive

Hausaufgaben
Machen: Aufgabe 6, Seite 35

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo