La famille
1 / 16
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal naar NL:
La famille
La famille
Slide 2 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
mon père
mon père
A
de vader
B
mijn vader
C
de moeder
D
mijn moeder
Slide 3 - Quiz
Vertaal naar het NL:
la mère
la mère
A
mijn moeder
B
mijn vader
C
de moeder
D
de vader
Slide 4 - Quiz
Vertaal naar het NL:
la soeur
la soeur
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
le frère
le frère
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
le cousin
le cousin
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
la cousine
la cousine
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
les parents
les parents
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
ma grande-mère
ma grande-mère
A
mijn opa
B
de oma
C
de opa
D
mijn oma
Slide 10 - Quiz
Vertaal naar het NL:
le grand-père
le grand-père
A
mijn opa
B
mijn tante
C
de opa
D
de tante
Slide 11 - Quiz
Vertaal naar het NL:
la tante
la tante
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
mon oncle
mon oncle
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
les enfants
les enfants
A
de ouders
B
de kinderen
C
de groot ouders
D
de neven
Slide 14 - Quiz
Vertaal naar het NL:
la fille
la fille
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal naar het NL:
le fils
le fils
