Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
les 8
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Qu'est-ce qu'on va faire?
objectifs
lire
parler
répéter des affaires
devoirs
Slide 2 - Diapositive
Objectifs
Ik kan kort iets vertellen over mijn
dagindeling
.
Ik kan hierbij de
wederkerende werkwoorden
gebruiken.
Ik kan hierbij de
uitspraakregels
hanteren.
Ik kan de regelmatige
werkwoorden op -er/-ir/-re
vervoegen in de présent
Ik weet (weer) hoe je
vraagzinnen
formuleert.
Slide 3 - Diapositive
lire
Brandon Brown dit la vérité.
Slide 4 - Diapositive
parler - binnencircel/buitencircel
se réveiller se lever se doucher se brosser se coucher
les dents
Slide 5 - Diapositive
vocabulaire F
Slide 6 - Diapositive
répéter des affaires
Slide 7 - Diapositive
Poser des questions
Tu as un chien?
As-tu un chien?
Est-ce que tu as un chien?
Wat valt je op? / Wat zou de regel zijn?
Slide 8 - Diapositive
Poser des questions
Elle a un chien?
A-t-elle un chien?
Est-ce qu'elle a un chien?
Wat valt je op?
Slide 9 - Diapositive
Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
Mag je van de . een ? maken.
Kun je de zin met
est-ce que
beginnen.
Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)
Slide 10 - Diapositive
Let op
Est-ce que tu as un frère?
Est-ce
qu'il
a un frère?
As-tu un frère?
A
-t-
il un frère?
Slide 11 - Diapositive
Vraagwoorden
quand
où
qui
comment
que
pouquoi
Slide 12 - Diapositive
Vraagzin met vraagwoord
Tu vas en Italie
quand
?
Quand
tu vas en Italie?
Quand
est-ce que
tu vas en Italie?
Quand
vas-tu en Italie?
Slide 13 - Diapositive
Regel
Vraagwoord achteraan.
Vraagwoord vooraan.
Vraagwoord vooraan gevolgd door
est-ce que.
Vraagwoord vooraan gevolgd door
inversie.
Slide 14 - Diapositive
Maak de volgende zin op 3 manieren tot een vraagzin:
Tu fais du sport.
Slide 15 - Question ouverte
Maak de volgende zin op 2 manieren tot een vraagzin. Gebruik het vraagwoorde 'quand'.
Nous allons en France.
Slide 16 - Question ouverte
www.verbuga.eu
Temps:
présent
verbes réguliers:
chercher, choisir, finir, parler, rendre, vendre
se laver, se tromper
Confirmer
timer
10:00
Slide 17 - Diapositive
répéter des affaires
afmaken deel 3
Klaar ? apprendre F + faire
Écrire
Slide 18 - Diapositive
Devoirs
apprendre C + E
faire
Lire
Slide 19 - Diapositive
Objectifs
Ik kan kort iets vertellen over mijn
dagindeling
.
Ik kan hierbij de
wederkerende werkwoorden
gebruiken.
Ik kan hierbij de
uitspraakregels
hanteren.
Ik kan de regelmatige
werkwoorden op -er/-ir/-re
vervoegen in de présent
Ik weet (weer) hoe je
vraagzinnen
formuleert.
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Poser des questions
Décembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2HV FA H.2 C
Janvier 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
les 5
Novembre 2019
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vraagzinnen en vraagwoorden
Mai 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les klas 3 - vraagwoorden
Mars 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 10
Décembre 2019
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HV3 Poser des questions
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
jeudi, le 15 novembre
Novembre 2018
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2