Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 150 min
Éléments de cette leçon
8.4 Sociale ongelijkheid bestrijden
Slide 1 - Diapositive
sociale ongelijkheid
Positietoewijzing & verwerving
Conflictmodel/
poldermodel
4 bestandsdelen voor sociale ongelijkheid
Instrumentele visie
Samenwerking
2 elementen van socialisatie
Macht
Socialisator
Leg de volgende begrippen/personen uit
timer
5:00
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Nu:
Start met het exact leren van de kernconcepten:
1. Acculturatie 2. Cultuur
3. Sociale ongelijkheid
4. Rationalisering
5. Globalisering
timer
5:00
Slide 4 - Diapositive
4. Sociale ongelijkheid
Door inspraak te vergroten, kun je sociale ongelijkheid verkleinen (denk aan arbeiders en vrouwen).
Sinds 1985 is ongelijkheid weer toegenomen, onder andere door liberalisme (en individualisering -> zelf verantwoordelijk, niet de groep).
Slide 5 - Diapositive
Visie op rol overheid bij sociale ongelijkheid:
Socialisten: overheid moet sociale ongelijkheid actief tegengaan. Ingrijpen in de economie is oplossing, ook onderwijs en werk voor iedereen.
Confessionelen: gespreide verantwoordelijkheid, door middel van subsidies aan maatschappelijk middenveld.
Slide 6 - Diapositive
Liberalen: denivellering: inkomensverschillen zijn goed. Zo min mogelijk ingrijpen in economie zorgt voor werk. Bedrijven kunnen veel beter regelen dan de overheid, dus privatisering = goed (bedrijven niet van overheid maar van particuliere (bedrijven)).
Slide 7 - Diapositive
Nu:
Start met het exact leren van de kernconcepten:
1. Acculturatie
2. Cultuur
3. Sociale ongelijkheid
4. Rationalisering
5. Globalisering
timer
5:00
Slide 8 - Diapositive
Overheidsinstrumenten
Socialezekerheidsbeleid: meest effectief. Geen eigen inkomen? Overheid regelt het (AOW bv)
Actief arbeidsmarktbeleid: minder werkloosheid door: 1. subsidies zodat bedrijven mensen aannemen. 2. opdrachten geven aan bedrijven bv wegenbouw.
Slide 9 - Diapositive
Inkomensverdelingsbeleid: beleid om inkomen gelijk te trekken (of niet). Bv: belasting om rijken minder rijk te maken of geld geven aan zij die armer zijn, om ze minder arm te maken. = nivelleren.
Onderwijsbeleid
Wijkgericht achterstandsbeleid
Slide 10 - Diapositive
Effecten van instrumenten
Minder sociale ongelijkheid.
Minder beloningsongelijkheid.
Minder kansenongelijkheid.
Hoge uitgaven van de overheid.
Weinig prikkels voor werk.
Minder doelmatig inzet middelen (bv vaste contracten. Lastig om iemand te ontslaan, dus dan liever niet geven).
Slide 11 - Diapositive
Nu:
Onder de 5.0: maak tekstverkenners 1-4 opdracht 16 + één kiezen uit: 17-20.