Herhaling semester 2

Welke naam had de grens tussen het oosten en westen?
A
Berlijnse Muur
B
IJzeren Gordijn
C
Gewoon de landsgrens tussen Oost-en West-Duitsland
1 / 51
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke naam had de grens tussen het oosten en westen?
A
Berlijnse Muur
B
IJzeren Gordijn
C
Gewoon de landsgrens tussen Oost-en West-Duitsland

Slide 1 - Quiz

Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
Atoombom op Nagasaki en Hiroshima
B
De val van Berlijn
C
Inname Italië
D
D-Day

Slide 2 - Quiz


Welke gebeurtenis zie je in de bron?
Gebruik de bron
A
De bouw van de Berlijnse Muur
B
De Amerikaanse luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn
C
De tweefrontenoorlog tijdens de Eerste Wereldoorlog
D
De Amerikaanse invasie van Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog

Slide 3 - Quiz

In welk jaar werd de Berlijnse Muur gebouwd?

Slide 4 - Question ouverte

De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 5 - Quiz


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 6 - Quiz

Cuba is het eerste land dat weggaat uit de Amerikaanse invloedssfeer in de KO
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
Domino-theorie

Slide 8 - Quiz

Wie gebruikte de term 'IJzeren Gordijn' als eerste?

Slide 9 - Question ouverte

In welke speech deed deze persoon dit?
A
Fulton speech
B
Congres speech
C
Marshall speech
D
London speech

Slide 10 - Quiz

Churchill stond mee aan de wieg van de EU omdat hij dat als redding zag tegen de SU.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 12 - Quiz

Waar vond een mislukte aanval op Cuba plaats?

Slide 13 - Question ouverte

Tijdens de KO werd op geen enkel moment het leiderschap van de VS in vraag gesteld (in eigen blok).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Tijdens de KO werd op geen enkel moment het leiderschap van de SU in vraag gesteld (in eigen blok).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

1
2
3
4
5
6
Roosevelt
Truman
Eisenhower
Kennedy
Johnson
Nixon

Slide 16 - Question de remorquage

Naar wat verwijst deze cartoon?
A
Koreaanse Oorlog
B
Guerrillaoorlog
C
Blokkade van Berlijn
D
Cubacrisis

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het belangrijkste orgaan in de VN?

Slide 18 - Question ouverte

Welke landen zetelen in de VN Veiligheidsraad?
A
VS, EU, China, Rusland, Japan
B
China, Japan, Rusland, VS, GB
C
Rusland, China, Groot-Britannië, Frankrijk, VS
D
VS, GB, China, Japan, FR

Slide 19 - Quiz


Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov Rechts: Kennedy

Slide 20 - Quiz


Twee historische gebeurtenissen waarbij de personen als leiders van hun land betrokken waren, zijn:
Gebruik de bron
A
de val de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
B
de blokkade van Berlijn en de bouw van de Berlijnse Muur
C
de bouw van de Berlijnse Muur en de Cubacrisis
D
de Amerikaanse luchtbrug en de bouw van de Berlijnse Muur

Slide 21 - Quiz

Naar wat verwijst deze cartoon?
1 term

Slide 22 - Question ouverte

Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?

De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.

Slide 23 - Quiz

Wie stemde voor inmenging van de VN-troepen in de Koreaanse Oorlog?
A
China, VS, SU
B
VS, Frankrijk, GB
C
VS
D
VS, China, Frankrijk, GB

Slide 24 - Quiz

1
2
3
4
5
Chroestsjov
Gorbatsjov
Breznjev
Stalin
Lenin

Slide 25 - Question de remorquage

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 26 - Quiz

Welke president besloot tot een handelsblokkade rond Cuba?
A
Eisenhower
B
Kennedy
C
Johnson
D
Roosevelt

Slide 27 - Quiz

Oost-Duitsland was
A
DDR
B
BRD

Slide 28 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting DDR?

Slide 29 - Question ouverte

Wat was het Akkoord van Minsk nu weer?
A
Gorbatsjov beslist om de SU te ontbinden
B
Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland worden soevereine landen
C
Oost- en West-Duitsland worden samengevoegd
D
Oost- en West-Duitsland worden soevereine landen

Slide 30 - Quiz

1
2
3
4
5
6
7
Berlijnse Blokkade
China communistisch
Cubacrisis
Vietnamoorlog
Hongaarse Opstand
Koreaanse Oorlog
Val Muur

Slide 31 - Question de remorquage

De Vietnamoorlog was het meest problematische conflict van de VS tijdens de KO
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Welke president legde een zeeblokkade rond Cuba om kernwapens tegen te houden?
A
Eisenhower
B
Kennedy
C
Johnson
D
Roosevelt

Slide 33 - Quiz

De Amerikanen bestookten de Vietcong met benzinebommen. Naam?

Slide 34 - Question ouverte


Gorbatsjov voerde hervormingen in. Wat was GEEN hervorming?
A
geen censuur
B
openheid
C
meer wapenuitgaven
D
privé-initiatief economie

Slide 35 - Quiz

Perestrojka
Glasnost
openheid
hervorming
geen censuur
kritiek op overheid
minder wapenuitgaven
ec privé-initiatief
afwijken planeconomie
info vrij verspreiden
openbaar handelen staat
minder hardliners

Slide 36 - Question de remorquage

Naar wat verwijst deze cartoon?
A
vreedzame coëxistentie
B
Koude Oorlog
C
Conferentie van Potsdam
D
Einde Koude Oorlog

Slide 37 - Quiz

Wat gaf de VS een reden om massaal troepen naar Vietnam te sturen?
A
Tonkin-incident
B
Tet-offensief
C
My Lai
D
Val van Saigon

Slide 38 - Quiz

De Val van de Berlijnse Muur ging met een revolutie en geweld gepaard
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Naar wat verwijst deze cartoon?
A
Controle SU-onderzeeërs
B
Akkoord van Minsk
C
Kernwapenwedloop
D
Rode Telefoon

Slide 40 - Quiz

Zo reageerden de geallieerden op de Blokkade van Berlijn

Slide 41 - Question ouverte

Communisme 
Kapitalisme 
Warschaupact
Berlijnse Muur
IJzeren Gordijn
Stalin
Kennedy
Eenpartijstaat
DDR
BRD
NAVO
Planeconomie
Vrije markt
Democratie
Dictator
Coca Cola
Trabant
Reagan
Chroesjtsjov
Castro
Chroesjtsjov
Truman
Vrijheid
Gelijkheid
Marx
Johnson

Slide 42 - Question de remorquage

Hierdoor kwam de VS in de oorlog:
A
zimmermanntelegram
B
Pearl Harbor
C
Midway
D
duikbotenoorlog

Slide 43 - Quiz

De codenaam voor D-Day was...
A
Operation Fortitude
B
Operation Overlord
C
Operation Dynamo
D
Operation Barbarossa

Slide 44 - Quiz

Slag om Engeland
Egypte
Stalingrad
enigma code
radar
moraal breken
blitz
Rommel
Afrikakorps
Montgomery
vast
koude
man tegen man gevechten

Slide 45 - Question de remorquage

De schemeroorlog startte na de Duitse inval in...
A
Luxemburg
B
Noorwegen
C
Denemarken
D
Polen

Slide 46 - Quiz

Op deze precieze dag vond D-Day plaats (dag-maand-jaar)

Slide 47 - Question ouverte

Met wat startte de oorlog voor de SU?
A
Operation fortitude
B
operation overlord
C
operation dynamo
D
operation barbarossa

Slide 48 - Quiz

operation overlord
operation dynamo
operation fortitude
5 stranden
Eisenhower
Duinkerke
evacuatie
Noorwegen
Illusie
Dover
gecombineerd offensief

Slide 49 - Question de remorquage

eiland per eiland innemen

Slide 50 - Carte mentale

Deze landen namen deel aan D-Day
A
VS, GB, FR
B
VS, GB, Canada
C
GB, FR, Canada
D
VS, Canada, FR

Slide 51 - Quiz