Oefentoets organen en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Oefentoets organen en cellen

Welke letter in de afbeelding geeft een nier aan?

1. letter A
2. letter B
3. letter C
4. letter D

Leg uit dat de bladeren en de bloem van het madeliefje uit verschillende soorten weefsels bestaan.

Welke letter in de afbeelding geeft een nier aan?

1. letter A
2. letter B
3. letter C
4. letter D

Winterpenen zijn oranje van kleur. Delen van de wortel die boven de grond uitkomen, worden groen. Hierbij gaat de ene soort korrels (A) over in een andere soort korrels (B).

Welke soort korrel is A? En welke soort korrel is B?

1. A= kleurstofkorrel B= bladgroenkorrel
2. A= bladgroenkorrel B= kleurstofkorrel

Stelling: Geslachtschromosomen bevatten de helft van het normale aantal chromosomen in een lichaamscel.

1. juist
2. onjuist

De geslachtschromosomen in de geslachtscellen bepalen het geslacht van de nakomeling.
Hoe heet het proces waarbij geslachtscellen worden gevormd?

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop.

Statief

Grote schroef

Diafragma

Tafel

Objectief

Tubus

Zet de onderdelen in de volgorden van klein naar groot. Nummer: 1 is het kleinste. 

Cel

Orgaan 

Organisme

Weefsel

Orgaanstelsel 

Celkern 

Cytoplasma

Bladgroenkorrel

Celmembraan 

Celwand 

Vacuole

Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 6?

1. de vacuole
2. de celkern
3. de celwand
4. het celplasma

Welke organen zie je hier?

1. longen
2. lever
3. nieren
4. darmen

Noem een verschil in bouw tussen een eicel en een zaadcel.
En welk voordeel heeft de zaadcel van zijn bouw?

Kijk naar de tabel.
Hoeveel chromosomen bevat een bevruchte eicel van een zebravink? Leg je antwoord uit.