Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Woordsoorten 2
Slide 1 - Diapositive
De ijverige verzamelaar heeft duizenden vreemde munten. Wat is IJVERIGE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 2 - Question ouverte
De ijverige verzamelaar heeft duizenden vreemde munten. Wat is VERZAMELAAR voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 3 - Question ouverte
De ijverige verzamelaar heeft duizenden vreemde munten. Wat is HEEFT voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 4 - Question ouverte
De ijverige verzamelaar heeft duizenden vreemde munten. Wat is VREEMDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 5 - Question ouverte
Na de wedstrijd moet je even douchen. Wat is NA voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 6 - Question ouverte
Na de wedstrijd moet je even douchen. Wat is MOET voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 7 - Question ouverte
Na de wedstrijd moet je even douchen. Wat is DOUCHEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 8 - Question ouverte
Jagende leeuwen kun je beter niet storen. Wat is JAGENDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 9 - Question ouverte
Jagende leeuwen kun je beter niet storen. Wat is KUN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 10 - Question ouverte
Jagende leeuwen kun je beter niet storen. Wat is STOREN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 11 - Question ouverte
Het meest voorkomende vogeltje in Nederland is de huismus. Wat is VOORKOMENDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 12 - Question ouverte
Het meest voorkomende vogeltje in Nederland is de huismus. Wat is IN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 13 - Question ouverte
Het meest voorkomende vogeltje in Nederland is de huismus. Wat is NEDERLAND voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 14 - Question ouverte
Waarom zou Pieter zo ver onder zijn niveau gezwommen hebben? Wat is ZOU voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 15 - Question ouverte
Waarom zou Pieter zo ver onder zijn niveau gezwommen hebben? Wat is PIETER voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 16 - Question ouverte
Waarom zou Pieter zo ver onder zijn niveau gezwommen hebben? Wat is ONDER voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 17 - Question ouverte
Waarom zou Pieter zo ver onder zijn niveau gezwommen hebben? Wat is NIVEAU voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 18 - Question ouverte
Volgens mij heeft de oude man kind noch kraai. Wat is VOLGENS voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 19 - Question ouverte
Volgens mij heeft de oude man kind noch kraai. Wat is HEEFT voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 20 - Question ouverte
Volgens mij heeft de oude man kind noch kraai. Wat is KIND voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 21 - Question ouverte
Volgens mij heeft de oude man kind noch kraai. Wat is KRAAI voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 22 - Question ouverte
Gedurende de zomermaanden is surfen in de branding heel populair. Wat is GEDURENDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 23 - Question ouverte
Gedurende de zomermaanden is surfen in de branding heel populair. Wat is SURFEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 24 - Question ouverte
Gedurende de zomermaanden is surfen in de branding heel populair. Wat is BRANDING voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 25 - Question ouverte
Karel blijft maar zeuren over de verloren wedstrijd. Wat is ZEUREN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 26 - Question ouverte
Karel blijft maar zeuren over de verloren wedstrijd. Wat is KAREL voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 27 - Question ouverte
Karel blijft maar zeuren over de verloren wedstrijd. Wat is VERLOREN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 28 - Question ouverte
De nieuwste spaarlampen zijn nog zuiniger geworden. Wat is NIEUWSTE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 29 - Question ouverte
De nieuwste spaarlampen zijn nog zuiniger geworden. Wat is ZIJN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 30 - Question ouverte
Het enthousiaste publiek heeft zich erg vermaakt tijdens het optreden van Adèle. Wat is ENTHOUSIASTE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 31 - Question ouverte
Het enthousiaste publiek heeft zich erg vermaakt tijdens het optreden van Adèle. Wat is TIJDENS voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 32 - Question ouverte
Het enthousiaste publiek heeft zich erg vermaakt tijdens het optreden van Adèle. Wat is OPTREDEN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 33 - Question ouverte
Het enthousiaste publiek heeft zich erg vermaakt tijdens het optreden van Adèle. Wat is VAN voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 34 - Question ouverte
Het enthousiaste publiek heeft zich erg vermaakt tijdens het optreden van Adèle. Wat is ADELE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 35 - Question ouverte
Dat is het overtuigende bewijs van jullie onschuld. Wat is OVERTUIGENDE voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.
Slide 36 - Question ouverte
Dat is het overtuigende bewijs van jullie onschuld. Wat is ONSCHULD voor woordsoort? Kies uit: lw, zn, bn, zww, hww, vz.