1HV 3.7, 3.8, 3.9 Herhaling

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 44 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat herhaal je?


1.  Toetsinzage
2. Zinsdelen: pv, wg/ng, o, lv
3. Woordsoorten: lw, bn, zn, vz, zww, hww, kww
4. Spelling: pvvt, meervoud zn
5. Oorlogsgeheimen


Slide 2 - Diapositive

Toetsinzage H3 Lezen en Woorden

Slide 3 - Diapositive

§3.7 Grammatica zinsdelen

Slide 4 - Diapositive

Wat is het onderwerp?
Wat is het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Eind vorige eeuw werden de Japanse 'emoji' populair.

Deze gezichtjes kunnen alle mogelijke gevoelens uitdrukken.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
Eind vorige eeuw / werden / de Japanse 'emoji' / populair.
ng = werden populair, o = de Japanse 'emoji'

Deze gezichtjes kunnen alle mogelijke gevoelens uitdrukken.
wg = kunnen uitdrukken, o = Deze gezichtjes

Slide 6 - Diapositive

Ontleed in de vaste volgorde. 
Onderstreep de pv en zet zinsdeelstrepen. 
Zet wg, o en lv boven de juiste zinsdelen. 


Het emoji-bestand is inmiddels uitgebreid met honderden afbeeldingen.

De emoji hebben serieuze concurrentie van GIF's gekregen.

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
Het emoji-bestand / is /uitgebreid / met honderden afbeeldingen.
                o                       wg         wg                                        -

De emoji / hebben / serieuze concurrentie van GIF's / gekregen.
       o                 wg                                lv                                                   wg

Slide 8 - Diapositive

§3.8 Grammatica woordsoorten

Slide 9 - Diapositive

Benoem de woordsoorten: lw, zn, bn, vz, zww, hww, kww
Beweging zal overmatige stress verminderen.
        zn        hww       bn                zn           zww


Voorbeeld

Slide 10 - Diapositive

Alle woordsoorten benoemen: lw, zn, bn, vz, zww, kww, hww, 
Van een sloom figuur word je een energiek mens.

Slide 11 - Diapositive

Uitleg
Van een sloom figuur   word    je     een  energiek mens.
  vz    lw      bn        zn        kww    psv     lw         bn           zn

Slide 12 - Diapositive

Welke soorten werkwoorden staan in deze zin? 
Kies uit: zww, hww, kww
Ook zal je na een tijdje een betere slaper worden.


Slide 13 - Diapositive

Uitleg
Ook zal je na een tijdje een betere slaper worden.

zal           = hww
worden = kww 

Slide 14 - Diapositive

Benoem de woordsoorten: lw, zn, bn, vz, zww, kww, hww
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van een uur per dag.

Slide 15 - Diapositive

Uitleg
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van een uur per dag.
lw           zn                     zww       bn        zn           bn             zn           vz     lw    zn    vz    zn

Slide 16 - Diapositive



§3.9 Spelling
persoonsvorm verleden tijd bij zwakke werkwoorden

Slide 17 - Diapositive


zwakke werkwoorden
= klankvast in vt


sterke werkwoorden
= klankveranderend in vt
 Spelling: persoonsvorm verleden tijd
lopen - liepen
fietsen - fietsten

Slide 18 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1. Mijn vriend pos…  (posten) een grappig bericht op insta.
2. De auto van zijn ma star…  (starten) vanmorgen niet.
3. Zijn ouders hech…  (hechten) niet veel waarde aan die oude bak en moeders reed deze in de gracht.
4. Dus hij berich…  (berichten) dat hij te laat kwam.
5. Ik vermoe…  (vermoeden) dat al.

Slide 19 - Diapositive

Antwoorden
1. postte
2. startte
3. hechtten
4. berichtte
5. vermoedde

Slide 20 - Diapositive

Zinsdelen, woordsoorten en spelling oefenen? 






Talent: Test jezelf en Versterk jezelf
www.beterspellen.nl
www.jufmelis.nl
www.cambium.ned

Slide 21 - Diapositive

Wat?
- §3.7, 3.8, 3.9 Test jezelf       (Versterk jezelf) 
- Oorlogsgeheimen lezen
Hoe?
Ta!ent online 
Leesboek
Hulp?
klasgenoot, boek, Straver
Resultaat?
Toets en taak
Leerdoel
Zinsdelen, woordsoorten, pvvt, meervoud
Klaar?
Daltontaak week 7

Slide 22 - Diapositive

Wat weet je nu?

Slide 23 - Diapositive

Wat weet je nu?
1. Zinsdelen: pv, wg/ng, o, lv
2. Woordsoorten: lw, bn, zn, vz, zww, hww, kww
3. Spelling: pvvt, meervoud zn

Slide 24 - Diapositive

Volgende keer
Succes 
en
 tot de volgende keer!

Slide 25 - Diapositive