Oefenen h3
1 / 20
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De bedenker van communisme was?
A
Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Troski
Slide 2 - Quiz
Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 3 - Quiz
Wat is een gevolg van de Februarirevolutie?
A
Er ontstond een economische crisis
B
De Bolsjewieken kregen alle macht in handen
C
De tsaar moest afstand doen van de troon
D
De Sovjet Unie werd een eenpartijstaat
Slide 4 - Quiz
Wie komt terug naar Rusland om de strijd verder te zetten?
A
Lenin - leider Mensjewieken
B
Lenin - leider Bolsjewieken
C
Stalin - leider Mensjewieken
D
Stalin - leider Bolsjewieken
Slide 5 - Quiz
Wie hielp Lenin om naar Rusland te komen en waarom?
A
De Russische Tsaar. Hij hoopte dat Lenin de rust kon laten terugkeren.
B
Oostenrijkse keizer. Hij hoopte dat Lenin onrust zou zaaien in Rusland.
C
Frankrijk. Zij hoopten dat Lenin zich zou terugtrekken uit de Eerste Wereldoorlog
D
Duitsland. Zij hoopten dat Lenin vrede zou sluiten met Duitsland.
Slide 6 - Quiz
Wie kregen na de revolutie de macht in Rusland? Onder leiding van?
A
De communisten - Lenin
B
De communisten - Stalin
C
De socialisten - Lenin
D
De socialisten - Stalin
Slide 7 - Quiz
Het woord Sovjet- Unie betekent letterlijk
A
Unie van zelfstandige staten
B
Bolsjewieken die samenwerken
C
Communistische eenheid
D
Dat raden van arbeiders samenwerken
Slide 8 - Quiz
Welke gebeurtenissen ontstonden door de februarirevolutie?
A
Er ontstond een economische crisis
B
De Bolsjewieken kregen alle macht in handen
C
De tsaar moest afstand doen van de troon
D
De Sovjet Unie werd een eenpartijstaat
Slide 9 - Quiz
NEP werd ingevoerd vanwege:
A
Succes Oorlogscommunisme
B
Wegvallen Rusland
WO-1
C
Onvrede bevolking
D
Economische achterstand Rusland
Slide 10 - Quiz
Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie
Slide 11 - Quiz
Stalin besloot de NEP achter zich te laten en met de collectivisatie te beginnen.
Dit is een ... verandering.
Dit is een ... verandering.
A
Culturele
B
Sociale
C
Economische
D
Politieke
Slide 12 - Quiz
Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider
Slide 13 - Quiz
Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen
Slide 14 - Quiz
Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen
Slide 15 - Quiz
Welke kenmerken van het stalinisme zijn te herkennen op het plaatje?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur
Slide 16 - Quiz
Wat is geen kenmerk van het stalinisme?
A
Er is sprake van een dictatuur
B
Er is een totalitaire staat met propaganda, censuur en terreur
C
Er zijn politieke rechten voor het individu
D
Weinig tot geen vrijheid voor het individu
