Opbrengsten, Kosten, Ontvangsten en Uitgaven

Opbrengsten, Kosten, Ontvangsten en Uitgaven
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Opbrengsten, Kosten, Ontvangsten en Uitgaven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je het verschil uitleggen tussen opbrengsten, kosten, ontvangsten en uitgaven, en voorbeelden geven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over opbrengsten, kosten, ontvangsten en uitgaven?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbrengsten
Opbrengsten zijn de inkomsten die een bedrijf of persoon krijgt door iets te verkopen of te verhuren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kosten
Kosten zijn de uitgaven die een bedrijf of persoon moet doen om iets te kunnen verkopen of verhuren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontvangsten
Ontvangsten zijn het geld dat een bedrijf of persoon daadwerkelijk binnenkrijgt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitgaven
Uitgaven zijn het geld dat een bedrijf of persoon daadwerkelijk uitgeeft.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Opbrengsten
Stel dat je een fiets verkoopt voor 100 euro, wat zijn dan je opbrengsten?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Kosten
Stel dat je een fiets koopt voor 80 euro, wat zijn dan je kosten?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Ontvangsten en Uitgaven
Stel dat je een fiets verkoopt voor 100 euro, maar je krijgt 10 euro korting. Wat zijn dan je ontvangsten? En als je een fiets koopt voor 80 euro, maar je betaalt 5 euro rente, wat zijn dan je uitgaven?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.