Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Caspar David Friedrich,
‘Wanderer Above the Sea of Fog,' ca. 1818
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Verver
Verdiepende stof: hoef je niet te leren voor de toets
Slide 3 - Diapositive
Jean-Jacques Rousseau 1712-1778
de 3 belangrijkste werken van JJ:
1. Emile ou de l’Education (1762)
2. Du contrat social (1762)
3. Les rêveries du promeneur solitaire (1776-1778)
Overgevoelig, paranoia, heel erg beroemd in Frankrijk, ook in zijn tijd. Musicus/componist (hij let bij het schrijven dus ook altijd op hoe het klinkt en hoe het ritme is), filosoof, autobiograaf, romancier.
Samen met Goethe is hij de voorloper van de Romantiek.
Slide 4 - Diapositive
Emile ou de l’Education 1762 – een filosofisch boek over opvoeden. Heel erg beroemd werk in zijn tijd. Voor Rousseau was de natuur goed en de maatschappij slecht.
Men moet een kind dus niet in de stad/de maat-schappij opvoeden maar in de natuur. Leren door te doen: timmeren, tuinieren, zwemmen, verdwalen in de bossen. De 1e editie werd in Parijs gedrukt maar onder een valse naam en zogenaamd in Amsterdam. Het boek werd heel snel daarna verboden en in het openbaar verbrand.
Slide 5 - Diapositive
Du contrat social (1762)
Het is een politieke filosofie. Voor Rousseau zijn alle mensen gelijk en om een samenleving in te richten waarin geen mens een ander domineert, introduceert hij het sociaal contract (le contrat social). Burgers moeten zich houden aan wetten en regels die goed zijn voor iedereen (dus ook voor henzelf). Het gaat niet om je eigenbelang maar om het belang van de groep (la volonté générale).
Slide 6 - Diapositive
Les rêveries du promeneur solitaire schreef hij van 1776 tot 1778 in de laatste jaren van zijn leven. Het boek is postuum gepubliceerd in 1782.
Hij schreef het alleen voor zichzelf, voor het plezier van het schrijven en het herlezen, om zichzelf beter te leren kennen. Dit is helemaal nieuw en het begin van het individualisme. Hiervoor was het jezelf definiëren binnen je sociale omgeving: ik als nobele, ik als musicus, ik als gelovige.
Slide 7 - Diapositive
Rêveries is een autobiografie + filosofisch werk => je rustig en tevreden voelen door afzondering in de natuur, wandelen, kijken, planten en bloemen determineren.
Hij was beroemd geworden bij rijke, invloedrijke mensen maar voelde zich altijd verstoten. Daarom: liever eenzaam dan zich beledigd te voelen, hoon, schande, spot, vernedering en vijandigheid te voelen. (Hum: een beetje paranoia, dus).
Slide 8 - Diapositive
We verdelen de tekst in kleine stukjes en doen er 2 lessen over.
1. Quand …..bornaient.
Rousseau beschrijft hier het eiland waar hij logeert.
Het gaat hier om ‘kijken’
1a. Hoe ziet het eiland eruit?
1b. Wat doet hij overdag?
Slide 9 - Diapositive
2. Quand….aperçu.
2a. Waar is hij s’avonds? Wat doet hij dan?
2b.Wat voor effect heeft het geluid dat hij hoort, op hem? Welke woorden vind je hiervoor in deze alinea?
Slide 10 - Diapositive
3. Le flux et le reflux…. penser.
Hoor je het ritme van de golfjes in het ritme van deze regels? Welk gevoel roept het geluid van het water op bij Rousseau? Waar vind je dat?
Slide 11 - Diapositive
4. De temps à autre… effort.
Soms lijkt het water hem te herinneren aan hoe onstabiel [onveilig] alles om hem heen is, maar al gauw droomt hij weg. Laat hij zich wiegen door de beweging van het water. Als de bel voor het eten gaat, kan hij zich maar met moeite losmaken van de plek waar hij zit.
Slide 12 - Diapositive
5. Après le souper…lendemain.
Wat doet Rousseau na het avondeten?
6. Telle est…désir.
Hoewel het al 15 jaar geleden is dat hij daar was, voelt hij nog steeds het sterke verlangen om daar te zijn. Hij vond het heel erg vervelend om daar onverwacht bezoek te krijgen.
Slide 13 - Diapositive
7. J’ai remarqué que….félicité.
Maak een tijdlijn/een lijn van de emoties van zijn leven. Hoe lang duren de pieken van extreem en scherp geluk (vervoering)? Licht toe. Waar wordt hij het meest gelukkig van?
Slide 14 - Diapositive
8. Tout est dans un flux…attacher.
Alles verandert altijd. Niets blijft hetzelfde.
Het verleden is al voorbij en de toekomst is er nog niet: il n’y a rien là de solide à quoi le coeur se puisse attacher. Waar moet je je aan vasthouden? Rousseau voelt zich eigenlijk heel ongelukkig.
9. Aussi n’a-t-on quère… après.
Wat zegt Rousseau hier over geluk? Licht toe.
Slide 15 - Diapositive
Noem 3 kenmerken waaruit blijkt dat dit fragment de romantiek aankondigt. Kijk nog even op p.5 van het boekje wat de kenmerken zijn de Romantiek.