Formeel en informeel taalgebruik leerjaar 1

Goedemorgen allemaal,


Bij Nederlands werken we regelmatig 
met Lesson up!

Wie kent dit al?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal,


Bij Nederlands werken we regelmatig 
met Lesson up!

Wie kent dit al?

Slide 1 - Diapositive

Heb je wel eens lesson up gebruikt op de basisschool?
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Lesdoel;
Aan het eind van deze les kun je;
uitleggen wat formeel en informeel taalgebruik is,
het verschil tussen formele en informele taal uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

Formeel taalgebruik
Taal voor serieuze situaties. Formeel betekent volgens de regels. Formeel taalgebruik noem je ook wel zakelijk taalgebruik. Je gebruikt dan de taal zoals dat hoort. Je zegt bijvoorbeeld tegen volwassenen die je niet kent u . Je gebruikt taal op een nette manier.

Slide 4 - Diapositive

Informeel taalgebruik
Taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent. Informeel betekent gewoon. Je praat wat minder netjes met elkaar, waarbij je wel correcte taal gebruikt.

Slide 5 - Diapositive

Informeel of formeel:
Wilt u met mij mijn huiswerk maken?
A
informeel
B
Formeel

Slide 6 - Quiz

Informeel of formeel;
Ga je mee naar de film?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Informeel of formeel;
Ik zal u mijn adres even doormailen.
A
Informeel
B
Formeel

Slide 8 - Quiz

Informeel of formeel;
Ik wil wel met je gamen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quiz

Wanneer spreek je over formele taal?
A
Als je taal voor serieuze situaties gebruikt
B
Nooit
C
Altijd als je taal gebruikt
D
Soms

Slide 10 - Quiz

Wanneer spreek je over informele taal?
A
Taal die je gebruikt bij mensen die je niet kent
B
Altijd als je taal gebruikt
C
Taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent
D
Nooit als je taal gebruikt

Slide 11 - Quiz

Wat heb je geleerd? Denk er alvast  over na
Informeel taalgebruik..........

Formeel taalgebruik...........

Slide 12 - Diapositive

Wat weet je nu over informeel taalgebruik?

Slide 13 - Question ouverte

Wat weet je nu over formeel taalgebruik?

Slide 14 - Question ouverte